ECLI:NL:CBB:2023:612

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
31 oktober 2023
Publicatiedatum
27 oktober 2023
Zaaknummer
22/434
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing TVL-aanvraag door minister wegens te late indiening door voetbalvereniging

In deze zaak heeft de voetbalvereniging beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) door de minister van Economische Zaken en Klimaat. De aanvraag was ingediend op 27 augustus 2021, terwijl de deadline voor het indienen van aanvragen voor het tweede kwartaal van 2021 op 20 augustus 2021 om 17.00 uur lag. De minister heeft de aanvraag afgewezen omdat deze te laat was ingediend, en het bezwaar van de voetbalvereniging tegen deze afwijzing werd ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 24 januari 2022.

De voetbalvereniging stelde dat zij gewacht had met het indienen van de aanvraag totdat er voldoende financiële duidelijkheid was, om te voorkomen dat zij ten onrechte subsidie zou ontvangen. De minister betoogde echter dat het de verantwoordelijkheid van de vereniging was om tijdig een aanvraag in te dienen, en dat de redenen die de vereniging aanvoerde niet voldoende waren om de aanvraag alsnog inhoudelijk te behandelen. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelde dat de minister terecht had afgewezen, omdat de aanvraag niet voldeed aan de vereisten van de TVL-regeling.

Het College concludeerde dat de afwijzing van de aanvraag niet in strijd was met het evenredigheidsbeginsel, en dat de voetbalvereniging het risico had genomen door te wachten met indienen. De uitspraak werd gedaan door mr. H.L. van der Beek, en het beroep van de voetbalvereniging werd ongegrond verklaard. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Uitspraak

uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 22/434

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 31 oktober 2023 in de zaak tussen

[naam 1] , te [plaats] (de voetbalvereniging)

(gemachtigde: [naam 2] )
en

de minister van Economische Zaken en Klimaat

(gemachtigden: C. Zieleman en mr. O. Andich)

Procesverloop

Met het besluit van 26 oktober 2021 (het afwijzingsbesluit) heeft de minister de aanvraag van de voetbalvereniging voor een subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) voor de periode Q2 2021 aangemerkt als een pro-forma-aanvraag en deze aanvraag vervolgens afgewezen.
Met het besluit van 24 januari 2022 (het bestreden besluit) heeft de minister het bezwaar van de voetbalvereniging ongegrond verklaard.
De voetbalvereniging heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
De zitting was op 12 juni 2023. Aan de zitting hebben deelgenomen [naam 2] namens de voetbalvereniging en C. Zieleman en mr. O. Andich namens de minister.

Overwegingen

Inleiding
1 Deze zaak gaat over een TVL-aanvraag die te laat is ingediend. Met het afwijzingsbesluit heeft de minister de aanvraag afgewezen omdat deze buiten de in de TVL genoemde aanvraagperiode is ontvangen. De voetbalvereniging is het niet eens met het afwijzingsbesluit en heeft daartegen bezwaar gemaakt. In het bestreden besluit heeft de minister dat bezwaar (kennelijk) ongegrond verklaard en zijn standpunt dat de aanvraag moet worden afgewezen op de grond dat deze te laat is ingediend gehandhaafd. Hiertegen heeft de voetbalvereniging beroep ingesteld.
Wettelijk kader
2.1
Artikel 2.3.8 van de TVL bepaalt dat ondernemers hun aanvraag voor Q2 van 2021 uiterlijk op 20 augustus 2021 vóór 17.00 uur konden indienen. Artikel 2.3.6 van de TVL bepaalt dat de minister afwijzend op een aanvraag beslist als deze niet voldoet aan de bij de TVL gestelde regels.
2.2
Het toepasselijke wettelijke kader is opgenomen in een bijlage bij deze uitspraak.
Standpunt van de voetbalvereniging
3 De voetbalvereniging erkent dat zij te laat was met het indienen van de TVL-aanvraag, maar daarvoor waren goede redenen. De voetbalvereniging heeft namelijk gewacht met het indienen van de TVL-aanvraag totdat het benodigde financiële inzicht er was. Daarmee wilde de voetbalvereniging voorkomen dat zij ten onrechte subsidie zou krijgen. De voetbalvereniging draait op vrijwilligers en onbezoldigde bestuursleden. Die kunnen niet het risico nemen dat achteraf een bedrag moet worden terugbetaald, door een aanvraag te doen terwijl het nog niet duidelijk is dat de voetbalvereniging in aanmerking komt voor een TVL-subsidie. Verder heeft de voetbalvereniging ook aanspraak gemaakt op een andere regeling, de Beleidsregel tegemoetkoming amateursportorganisaties en verhuurders sportaccommodaties COVID-19 (TASO), waarvoor een langere aanvraagtermijn gold.
Standpunt van de minister
4 Volgens de minister is de (pro-forma-)aanvraag van de voetbalvereniging terecht afgewezen, omdat de aanvraag op 27 augustus 2021 en daarmee te laat is ingediend. Dat binnen de aanvraagperiode geen aanvraag is ingediend, staat niet ter discussie. Het is de verantwoordelijkheid van de voetbalvereniging om tijdig een aanvraag in te dienen. In de TVL en op de website van de RVO stond duidelijk dat de aanvraag voor Q2 2021 vóór 20 augustus 2021 om 17.00 uur moest worden ingediend. Het is niet gebleken dat het voor de voetbalvereniging onmogelijk was om tijdig een aanvraag te doen. Dat zij wilde voorkomen dat zij een bedrag zou moeten terugbetalen, is volgens de minister onvoldoende om de aanvraag toch inhoudelijk te behandelen.
Beoordeling door het College
5 Zoals hiervoor onder 2.1 is vermeld, volgt uit artikel 2.3.6, eerste lid, aanhef en onder a, gelezen in samenhang met artikel 2.3.8 van de TVL, dat de minister afwijzend op de aanvraag beslist als deze niet tijdig is ingediend. Te late indiening van een aanvraag is een dwingende afwijzingsgrond in de TVL-regelingen voor alle kwartalen. De Algemene wet bestuursrecht, noch de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies (waar de TVL op gebaseerd is), biedt een grondslag om daarvan af te wijken.
6 Niet in geschil is dat de voetbalvereniging de aanvraag na afloop van de in de TVL opgenomen aanvraagperiode heeft ingediend. Voor de wijze waarop de minister omgaat met dergelijke aanvragen verwijst het College naar de uitspraak van 13 juni 2023 (ECLI:NL:CBB:2023:293, onder 6.1 tot en met 6.4). In aanvulling op wat onder 7.3 van die uitspraak is overwogen, merkt het College op dat het daarbij gaat om tegenwettelijk begunstigend beleid (contra-legembeleid), dat zijn grondslag vindt in het ongeschreven evenredigheidsbeginsel. Daaraan zal ook het bestreden besluit worden getoetst.
7 In dit geval is het afwijzen van de aanvraag niet in strijd met het evenredigheidsbeginsel. Het is de verantwoordelijkheid van een ondernemer om tijdig een aanvraag in te dienen. Het uitgangspunt van de TVL is dat een aanvraag wordt gedaan op basis van een schatting van de omzet in de subsidieperiode. Niet gebleken is dat het voor de voetbalvereniging onmogelijk was om tijdig een aanvraag te doen. Dat de voetbalvereniging heeft besloten te wachten met het indienen van de TVL-aanvraag om te voorkomen dat zij mogelijk subsidie zou moeten terugbetalen en daardoor de aanvraagtermijn heeft overschreden, komt voor haar risico. Verder is de TASO een andere regeling, waarvoor andere vereisten gelden dan voor de TVL. Er bestaat geen aanleiding om wat betreft de einddatum van de aanvraagtermijn aan te sluiten bij de TASO.
8 Het College is op grond van het voorgaande van oordeel dat de minister de aanvraag terecht op grond van artikel 2.3.6, eerste lid, aanhef en onder a, in samenhang met artikel 2.3.8 van de TVL heeft afgewezen, omdat niet is voldaan aan het vereiste dat de aanvraag tijdig is ingediend.
Conclusie
9 Het beroep is ongegrond. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.

Beslissing

Het College verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.L. van der Beek, in aanwezigheid van
mr. A.M. Slierendrecht, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
31 oktober 2023.
w.g. H.L van der Beek w.g. A.M. Slierendrecht

Bijlage

Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL)
Artikel 2.3.6. (afwijzingsgronden)
1. De minister beslist afwijzend op een aanvraag:
a. indien de aanvraag niet voldoet aan de bij deze regeling gestelde regels;
(…)
Artikel 2.3.8. (aanvraagperiode)
Een aanvraag kan worden ingediend in de periode van 25 juni 2021 tot en met 20 augustus 2021.
Aanvragen kunnen worden ingediend vanaf 08.00 uur op de in het eerste lid genoemde begindatum en zijn tijdig ingediend indien zij op de in het eerste lid genoemde einddatum vóór 17.00 uur zijn ontvangen.