Deze uitspraak betreft de beroepen van twee bedrijven tegen de besluiten van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, waarbij vergoedingen zijn geïnd ter dekking van de kosten van officiële controles van levend vee. De minister had eerder de bezwaren van de bedrijven tegen deze facturen ongegrond verklaard. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft in deze uitspraak geoordeeld dat de bestreden besluiten niet standhouden en dat de bedrijven gedeeltelijk gelijk krijgen. Het College heeft vastgesteld dat de minister niet het vereiste inzicht heeft gegeven in de opbouw van de tarieven die hij in rekening brengt voor de controles. Dit oordeel is in lijn met eerdere uitspraken van het College, waarin soortgelijke geschilpunten aan de orde waren.
Het College heeft de beroepen gegrond verklaard en de bestreden besluiten vernietigd. De minister is opgedragen om binnen dertig weken na de verzending van deze uitspraak nieuwe besluiten te nemen op de bezwaren van de bedrijven. De uitspraak is gedaan zonder zitting, omdat het College over voldoende informatie beschikte om tot een oordeel te komen. De bedrijven zijn actief in de export van levend vee en vallen onder de retributiecategorie voor levende dieren, waarvoor specifieke NVWA-tarieven gelden. Het College heeft in deze uitspraak ook verwezen naar eerdere uitspraken en de samenhang met andere procedures, waarbij het belang van een duidelijke en transparante tariefstructuur is benadrukt.