ECLI:NL:CBB:2023:71
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit inzake nacalculatie ploegendiensttoeslag voor slachthuizen
In deze zaak, behandeld door het College van Beroep voor het bedrijfsleven, gaat het om een beroep van [naam] B.V. tegen de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de nacalculatie van ploegendiensttoeslagen die in rekening zijn gebracht voor controles bij vleeskeuringen. De minister had bij facturen van 27 mei en 7 december 2015 bedragen in rekening gebracht voor de inzet van officiële assistenten van KDS die in ploegendienst werkten. De ploegendiensttoeslag omvat vijf componenten, waaronder onderdekking, en is bedoeld om de salariskosten van de assistenten te dekken.
De minister verklaarde de bezwaren van [naam] ongegrond, wat leidde tot het indienen van beroep door [naam]. Tijdens de zitting op 5 december 2022 werd duidelijk dat [naam] behoefte had aan flexibiliteit in de planning van de keuringswerkzaamheden, maar de minister stelde dat de complexiteit van de planning en de inzetbaarheid van assistenten dit bemoeilijkten. Het College oordeelde dat de minister voldoende inzicht had gegeven in de kostenstructuur en dat de onderdekking een vergoeding was voor daadwerkelijk gemaakte salariskosten.
Uiteindelijk verklaarde het College het beroep ongegrond, waarbij het benadrukte dat de minister geen proceskosten hoefde te vergoeden. De uitspraak werd gedaan op 14 februari 2023 door de meervoudige kamer van het College van Beroep voor het bedrijfsleven.