Meststoffenwet
Artikel 1 In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
(…)
i. bedrijf: geheel van productie-eenheden bestaande uit één of meer gebouwen of afgescheiden gedeelten daarvan en de daarbij behorende landbouwgrond, uitsluitend of onder meer dienende tot de uitoefening van enige vorm van landbouw, zulks beoordeeld naar de feitelijke omstandigheden;
(…) za. fosfaatrecht: hoeveelheid dierlijke meststoffen, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, die in een kalenderjaar ten hoogste met melkvee mag worden geproduceerd; aa. productierecht: varkensrecht, pluimveerecht of fosfaatrecht;
Artikel 21b 1. Het is een landbouwer verboden op zijn bedrijf in een kalenderjaar meer dierlijke meststoffen met melkvee, uitgedrukt in kilogrammen fosfaat, te produceren dan het op het bedrijf rustende fosfaatrecht. De productie van dierlijke meststoffen door melkvee wordt forfaitair vastgesteld overeenkomstig de regels, bedoeld in artikel 35.
(…)
Artikel 23
(…) 3. Het op het bedrijf rustende fosfaatrecht op het tijdstip van inwerkingtreding van het verbod, bedoeld in artikel 21b, eerste lid, wordt door Onze Minister vastgesteld en komt overeen met de forfaitaire productie van dierlijke meststoffen in een kalenderjaar door melkvee dat op 2 juli 2015 op het bedrijf is gehouden en krachtens de artikelen 4, 96 en 111 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren gestelde regels (I&R) is geregistreerd. Artikel 21a, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 25 Een productierecht kan, onder welke titel dan ook, overgaan naar een ander bedrijf, overeenkomstig het bepaalde in deze paragraaf en artikel 32 (https://new.navigator.nl/openCitation/id33ef609266184adc4c134eb4a34a6e3d).
Artikel 27 1. De belanghebbende naar wiens bedrijf het productierecht, of gedeelte daarvan, moet overgaan en de belanghebbende van wiens bedrijf het productierecht, of gedeelte daarvan, afkomstig is, geven van de overgang kennis aan Onze Minister. 2. Er kan pas aanspraak worden gemaakt op het van het andere bedrijf afkomstige productierecht, of gedeelte daarvan, met ingang van het tijdstip van registratie van de kennisgeving door Onze Minister. 3. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over de wijze waarop de kennisgeving wordt gedaan.
Artikel 28 1. Op het tijdstip van registratie van de kennisgeving, bedoeld in artikel 27, tweede lid, vindt een verkleining plaats van het varkensrecht, pluimveerecht of fosfaatrecht van het bedrijf waarvan het desbetreffende productierecht, of gedeelte daarvan, afkomstig is, en vindt een vergroting plaats van het varkensrecht, het pluimveerecht of fosfaatrecht van het bedrijf waarnaar het desbetreffende productierecht, of gedeelte daarvan, overgaat. 2. De verkleining en de vergroting komen overeen met het aantal varkenseenheden, pluimvee-eenheden, of kilogrammen fosfaat waarop de kennisgeving betrekking heeft. 3. Voor het jaar waarin de kennisgeving wordt geregistreerd zijn de verkleining en de vergroting beperkt tot het deel van het desbetreffende productierecht waarvan de betrokken partijen bij de kennisgeving hebben aangegeven dat dit in dat jaar op het bedrijf waarvan het afkomstig is niet wordt benut.
Artikel 32a 1. De vergroting van het fosfaatrecht wordt, in afwijking van artikel 28, tweede lid, beperkt tot 80 procent van de kilogrammen fosfaat waarop de kennisgeving, bedoeld in artikel 27, eerste lid, betrekking heeft. 2. De beperking, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing voor overgang van het fosfaatrecht: a. door erfopvolging, b. naar een persoon waarmee bloed- of aanverwantschap bestaat in de eerste, tweede of derde graad, of c. naar een bedrijf waarvan dit fosfaatrecht, uitgedrukt in hetzelfde aantal kilogrammen fosfaat, eerder gedurende het kalenderjaar is ontvangen.
Artikel 33 1. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat ingeval van een bedrijfsoverdracht het op het bedrijf rustende productierecht wordt verlaagd met een bij de maatregel vastgesteld percentage. 2. Het in het eerste lid bedoelde percentage is ten hoogste 25%. 3. Voor verschillende groepen van gevallen kan het percentage verschillend worden vastgesteld. 4. Onder bedrijfsoverdracht wordt mede begrepen de inbreng van een bedrijf in een maatschap en de verkrijging van een meerderheid van de aandelen in een vennootschap. 5. Dit artikel is niet van toepassing op een overdracht aan een persoon waarmee bloed- of aanverwantschap in de eerste graad bestaat, of op de inbreng in een maatschap met een zodanige persoon, en evenmin op een verkrijging van een bedrijf onder algemene titel.
Uitvoeringsregeling Meststoffenwet
Artikel 104 1. De kennisgeving van overgang, bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de wet geschiedt bij de minister. 2. Bij de kennisgeving van overgang worden door partijen in ieder geval de volgende gegevens verstrekt: a. de door de minister ter identificatie van het bedrijf verstrekte relatienummers; b. het aantal varkenseenheden, pluimvee-eenheden, of kilogrammen fosfaat waarop de kennisgeving betrekking heeft; c. het gedeelte van het productierecht, dat in het desbetreffende kalenderjaar op het bedrijf van de vervreemder niet wordt benut voor het houden van dieren.
(…)
Artikel 111 1. Een kennisgeving van overgang, bedoeld in artikel 104, eerste lid, wordt eerst geregistreerd nadat de verwerver een bedrag van € 100 aan de minister heeft voldaan. 2. Een aanmelding ter registratie, bedoeld in artikel 105, eerste lid, wordt voor de toepassing van paragraaf 2 eerst in behandeling genomen nadat een bedrag van € 35 aan de minister is voldaan. 3. Indien de minister op grond van artikel 29, eerste lid, van de wet niet tot registratie overgaat, wordt het bedrag, bedoeld in het eerste lid, aan de betaler gerestitueerd. 4. Het bedrag, bedoeld in het tweede lid, geldt per verzoek per bedrijf.