ECLI:NL:CBB:2024:244
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag voor dak- en glasisolatie op basis van eerdere subsidieverlening
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 2 april 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen een aanvrager en de minister voor Klimaat en Energie. De aanvrager had een subsidieaanvraag ingediend voor dakisolatie en glas- en kozijnisolatie, maar de minister heeft deze aanvraag afgewezen. De afwijzing was gebaseerd op het feit dat de aanvrager eerder al subsidie had ontvangen voor dakisolatie, waardoor volgens de minister niet voldaan was aan de vereiste dat er voor twee verschillende isolatiemaatregelen subsidie moest worden aangevraagd. De aanvrager betwistte de afwijzing en stelde dat de website van de minister onduidelijk was en dat zijn aanvraag voor een ander dak gold dan waarvoor eerder subsidie was verleend.
Het College overwoog dat de minister op goede gronden had afgewezen, aangezien de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies bepaalt dat aanvragen voor hetzelfde type isolatiemaatregel worden afgewezen. De aanvrager kon niet aannemen dat hij voor een tweede keer subsidie kon aanvragen voor dakisolatie, en de minister was verplicht om de aanvraag af te wijzen. Het College volgde de aanvrager niet in zijn betoog dat de afwijzing voor glas- en kozijnisolatie niet terecht was, omdat de minister voldoende had gemotiveerd dat er geen sprake was van twee verschillende typen investeringen die op het moment van indiening van de aanvraag in aanmerking konden komen.
De conclusie van het College was dat de minister de aanvraag op goede gronden had afgewezen en dat het beroep van de aanvrager ongegrond was. De minister was niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd gedaan door mr. A. Venekamp, met mr. T.D. Geldof als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 2 april 2024.