ECLI:NL:CBB:2024:258
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om ambtshalve toekenning van varkensrechten op basis van de Meststoffenwet
In deze zaak heeft [naam 1] B.V. beroep ingesteld tegen de beslissing van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, die haar geen varkensrechten heeft toegekend. De minister verklaarde het bezwaar van [naam 1] niet-ontvankelijk, omdat de afwijzing geen besluit was in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De minister had in een eerdere brief van 29 april 2022 aangegeven geen mogelijkheid te zien om ambtshalve varkensrechten toe te kennen. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 9 april 2024 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep ongegrond werd verklaard.
De feiten van de zaak zijn als volgt: [naam 1] heeft op 20 oktober 2021 verzocht om ambtshalve toekenning van varkensrechten, verwijzend naar de Meststoffenwet en de Wet herstructurering varkenshouderij. De minister heeft in zijn bestreden besluit uiteengezet dat de afwijzing van het verzoek geen besluit is en dat het varkensrecht voortvloeit uit de inmiddels vervallen Whv. Het College heeft bevestigd dat het bezwaar van [naam 1] terecht niet-ontvankelijk is verklaard, omdat er geen appellabel besluit was waartegen bezwaar kon worden gemaakt.
Het College heeft overwogen dat de minister geen grondslag heeft om varkensrechten toe te kennen op basis van de Meststoffenwet, en dat de afwijzing van het verzoek van [naam 1] niet als een aanvraag om een beschikking kan worden beschouwd. De uitspraak benadrukt dat de minister niet verplicht is om varkensrechten toe te kennen en dat het beroep van [naam 1] ongegrond is verklaard. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.