Op 12 januari 2024 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaken met nummers 23/1054 en 23/1055. De zaak betreft een beroep van twee appellanten die op 1 augustus 2022 een ISDE-subsidie hebben aangevraagd voor de aanschaf van twee warmtepompen. De minister voor Klimaat en Energie heeft deze subsidies echter op nihil vastgesteld, omdat de warmtepompen al waren aangeschaft voordat de subsidieaanvragen waren ingediend.
De appellanten hebben de warmtepompen aangeschaft voor hun bedrijfspanden in [plaats 2]. De relevante data van de offerte en factuur, respectievelijk 25 maart 2022 en 19 april 2022, tonen aan dat de aanschaf van de warmtepompen heeft plaatsgevonden vóór de subsidieaanvraag. De minister heeft deze data gebruikt om te bepalen of de aanvragen terecht waren, en heeft geconcludeerd dat de subsidies niet verleend konden worden omdat de aanvragen niet voldeden aan de voorwaarden.
Het College heeft het beroep van de appellanten ongegrond verklaard, waarmee de beslissing van de minister is bevestigd. De uitspraak is gedaan door de enkelvoudige kamer, waarbij mr. B. Bastein als rechter en mr. J.W.E. Pinckaers als griffier optraden. De uitspraak is mondeling gedaan en is vastgelegd in een proces-verbaal.