ECLI:NL:CBB:2024:939

College van Beroep voor het bedrijfsleven

Datum uitspraak
5 december 2024
Publicatiedatum
20 december 2024
Zaaknummer
23/1484
Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake subsidie vaste lasten financiering COVID-19

Op 5 december 2024 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak met nummer 23/1484. De zaak betreft een beroep van een ondernemer tegen een besluit van de minister van Economische Zaken inzake de regeling voor subsidie vaste lasten financiering COVID-19. De ondernemer had zijn beroepschrift te laat ingediend, namelijk op 6 juli 2023, terwijl de termijn voor het indienen van het beroepschrift op 26 mei 2023 eindigde. De ondernemer stelde dat hij eerder contact had opgenomen, maar hij kon geen bewijsstukken overleggen die deze bewering onderbouwden. Het College oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was, omdat de ondernemer niet binnen de gestelde termijn had gehandeld. De uitspraak werd mondeling gedaan en is vastgelegd in een proces-verbaal. De griffier van de zitting was mr. A.A. Dijk, en de uitspraak werd gedaan door mr. R.W.L. Koopmans.

Uitspraak

proces-verbaal uitspraak

COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN

zaaknummer: 23/1484

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van

Rechter: mr. R.W.L. Koopmans

Griffier: mr. A.A. Dijk

Partijen

[naam] , te [plaats] , (de ondernemer)

en
de minister van Economische Zaken, vertegenwoordigd door W. Dam en A.M.D. Dijkstra

Beslissing

Het College verklaart het beroep niet-ontvankelijk.

Overwegingen

De termijn voor het indienen van een beroepschrift is zes weken. De termijn staat ook duidelijk onderaan het besluit. In dit geval eindigde de termijn op 26 mei 2023. Het beroepschrift is op 6 juli 2023 door het College ontvangen. Het beroepschrift is dus te laat ingediend.
De ondernemer stelt dat hij al eerder contact had opgenomen, maar dat het niet gelukt was om op tijd beroep in te stellen. Hij heeft daar echter geen bewijsstukken van ingediend, zodat het College ervan uit moet gaan dat het beroep pas op 6 juli 2023 is ingesteld. Dat betekent dat het beroep niet-ontvankelijk is.
w.g. R.W.L. Koopmans w.g. A.A. Dijk