ECLI:NL:CBB:2025:354
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing ISDE-subsidieaanvragen voor niet-eigenaar-bewoners
In deze zaak hebben appellanten, [naam 1] en [naam 2], beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun aanvragen voor subsidie op grond van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies, specifiek de Investeringssubsidie duurzame energie en energiebesparing (ISDE). De aanvragen werden afgewezen door de minister van Klimaat en Groene Groei op 13 en 12 september 2023, omdat appellanten niet als eigenaar-bewoner konden worden aangemerkt. De minister verklaarde de bezwaren van appellanten ongegrond in besluiten van 17 en 18 januari 2024. Tijdens de zitting op 22 mei 2025, waarbij de appellanten en hun gemachtigden aanwezig waren, werd de zaak behandeld.
De appellanten hadden subsidie aangevraagd voor investeringen in gevelisolatie, dakisolatie en warmtepompen voor een pand dat oorspronkelijk als woning was gebouwd, maar sinds de jaren '80 volledig als kantoor was gebruikt. Na de aankoop van het pand in 2022 en de daaropvolgende verbouwing, stelden appellanten dat zij er zelf gingen wonen. Het College oordeelde echter dat het pand niet voldeed aan de definitie van 'woning' zoals vastgelegd in de Regeling, omdat het pand voorafgaand aan de investering niet als woning in gebruik was.
Het College bevestigde dat de minister de aanvragen terecht had afgewezen, aangezien de voorwaarden voor subsidie niet waren vervuld. De Regeling biedt geen ruimte voor uitzonderingen of belangenafwegingen, en de afwijzing was niet in strijd met het evenredigheidsbeginsel. De beroepen van appellanten werden ongegrond verklaard, en de minister was niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 8 juli 2025.