In deze uitspraak van het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 15 juli 2025, zijn twee beroepen behandeld van [naam 1] en de maatschap [naam 2] tegen de afwijzing van hun aanvragen voor subsidie op grond van de regeling Geïntegreerde gewasbescherming. De minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur had de aanvragen afgewezen omdat deze waren uitgeloot. Op de eerste dag van de aanvraagperiode, 1 september 2023, deed zich een technische storing voor, waardoor niet alle geïnteresseerden hun aanvraag tijdig konden indienen. De minister besloot om alle aanvragen tot en met 4 september 2023 mee te nemen in de loting om gelijke kansen te waarborgen. Het College oordeelde dat de minister in zijn besluitvorming niet in strijd handelde met de wet, maar dat hij de aanvragers wel had moeten horen, omdat hun bezwaren niet kennelijk ongegrond waren. Desondanks werd het beroep ongegrond verklaard, maar de minister werd wel veroordeeld tot vergoeding van de griffierechten en proceskosten van de aanvragers. De uitspraak benadrukt het belang van gelijke kansen bij subsidieaanvragen en de noodzaak om aanvragers te horen in bezwaarprocedures.