dhr. mr. W.J.A.M. van Brussel

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van [naam 1] en de maatschap [naam 2] ongegrond, maar oordeelt dat de minister hen had moeten horen in bezwaar.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] ongegrond inzake de afwijzing van een subsidieaanvraag door de minister, die besloot om alle aanvragen tot 4 september 2023 mee te nemen in de loting na een technische storing.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven rectificeert op 15 juli 2025 een eerdere uitspraak van 10 juni 2025 inzake subsidie vaste lasten COVID-19, vanwege onjuiste initialen van de gemachtigde.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond, maar oordeelt dat de minister de aanvrager had moeten horen en veroordeelt de minister tot vergoeding van griffierecht en proceskosten.

Hoger beroep over de inbewaringneming van een zending kratom, waarbij het College bevestigt dat kratom als levensmiddel wordt aangemerkt en de hogerberoepsgrond van [naam 1] verwerpt.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft op 10 juni 2025 het registratiebesluit van het COKZ herroepen en [naam 1] een schadevergoeding van € 1.000,- toegekend wegens overschrijding van de redelijke termijn.

Het College heeft het beroep van de onderneming gegrond verklaard en het afwijzingsbesluit van de minister vernietigd, met de opdracht om een nieuw besluit te nemen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het verzet van [naam 1] B.V. ongegrond tegen de afwijzing van haar subsidieaanvraag COVID-19, omdat deze buiten de aanvraagperiode was ingediend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het beroep van [naam 1] B.V. tegen de afwijzing van de subsidieaanvraag COVID-19 ongegrond verklaard. De aanvraag was te laat ingediend en er was geen strijd met het evenredigheidsbeginsel.

Het College heeft de intrekking van de subsidie voor vaste lasten financiering COVID-19 onterecht geacht en herstelde de subsidie, omdat de onderneming voldeed aan het vestigingsvereiste.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart de beroepen van ondernemingen gegrond en vernietigt de afwijzing van subsidieaanvragen voor COVID-19-regeling.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond en bevestigt de intrekking van de subsidie TVL Q3 2021, omdat de onderneming al een vergoeding ontving op grond van de Wet verbod pelsdierhouderij.

Het College herroept de boetes voor de veetransporteur en het veeverzamelcentrum wegens onvoldoende bewijs van ongeschiktheid van de dieren voor transport.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep ongegrond inzake de afwijzing van een subsidieaanvraag op basis van de SEG22, omdat het evenement niet geannuleerd maar verplaatst was.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de afwijzing van een subsidieaanvraag voor ongedekte vaste kosten door de minister van Economische Zaken bevestigd, omdat de aanvraag te laat was ingediend.

College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst herzieningsverzoek en bezwaar tegen subsidie COVID-19 af. Termijnoverschrijding niet verschoonbaar. Beroepen ongegrond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het herzieningsverzoek van een onderneming inzake subsidie COVID-19 afgewezen. Beroep ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister de subsidie op grond van onjuiste gegevens mocht intrekken. De ondernemer kon identiteitsfraude niet aantonen. Beroep ongegrond.

Het College oordeelt dat de onderneming die varkens houdt onder het staatssteunplafond voor landbouwproductie valt. Bestreden besluiten zijn vernietigd, maar rechtsgevolgen blijven in stand.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat een varkenshandelaar onder het lagere staatssteunplafond van € 290.000 valt voor COVID-19 subsidies, en verklaart de beroepen ongegrond.

Het College van Beroep verklaart het verzet van [naam 1] B.V. tegen de intrekking van de subsidie COVID-19 ongegrond. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.

College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart beroepen van ondernemer ongegrond over herziening subsidies COVID-19-regeling; minister hanteert correct staatssteunplafond.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het herzieningsverzoek van een onderneming inzake subsidie TVL voor MKB COVID-19 afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn.

Het Hof verklaart de hoger beroepen niet-ontvankelijk wegens het sluiten van een vaststellingsovereenkomst tussen partijen.

Herzieningsverzoek TVL-subsidie afgewezen; nieuwe rechtspraak is geen nieuw feit. Beroep ongegrond, schadevergoeding van € 1.000,- toegekend.

College van Beroep voor het Bedrijfsleven wijst herzieningsverzoek TVL-subsidie af; geen nieuw gebleken feiten. Beroep ongegrond, schadevergoeding van € 1.000,- toegekend.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht het herzieningsverzoek en de pro-forma-aanvragen voor subsidie op grond van de TVL heeft afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten of bijzondere omstandigheden zijn.

Herzieningsverzoek van ondernemer voor subsidie TVL afgewezen; nieuwe rechtspraak is geen nieuw feit. Beroep ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van de onderneming ongegrond, omdat de minister het herzieningsverzoek terecht heeft afgewezen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het herzieningsverzoek van een onderneming inzake subsidie TVL afgewezen, omdat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van de onderneming ongegrond, omdat er geen nieuw gebleken feiten zijn voor herziening van de subsidieaanvragen.

De voorzieningenrechter schorst het dwangsombesluit tegen [naam 1] vanwege onrechtmatig verkregen bewijs en wijst het verzoek om voorlopige voorziening toe.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van een onderneming tegen de herziening van een subsidie voor vaste lasten ongegrond, omdat het staatssteunplafond op de hele groep van verbonden ondernemingen van toepassing is.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven kent een schadevergoeding van € 500,- toe aan een onderneming wegens overschrijding van de redelijke termijn in bestuursrechtelijke procedures over COVID-19 subsidies.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft het herzieningsverzoek van een ondernemer voor subsidie COVID-19 afgewezen, omdat geen nieuw gebleken feiten of omstandigheden zijn aangetoond.

Het College verklaart het beroep ongegrond. De onderneming had bezwaar tegen een subsidie vaststellingsbesluit te laat ingediend.

Het College verklaart het beroep ongegrond, omdat de minister de subsidieaanvraag terecht heeft afgewezen op basis van een omzetverlies van minder dan 30%.

Het College van Beroep verklaart het verzet ongegrond in de zaak over TVL Q3 subsidie, bevestigt eerdere uitspraak en sluit de zaak af.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond inzake de subsidie vaststelling COVID-19, omdat het staatssteunplafond is overschreden.

Beroep ongegrond; minister moet griffierecht en proceskosten vergoeden. Vennootschap voldoet niet aan subsidievoorwaarden TVL.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister terecht subsidies op nihil heeft vastgesteld voor ondernemingen in moeilijkheden, conform de AGVV en Kaderwet.

Het College oordeelt dat SBM Offshore N.V. één overtreding heeft begaan en legt een boete van € 675.000,- op voor het niet onverwijld openbaar maken van voorwetenschap.

Verzet van ondernemer tegen ongegrondverklaring subsidie COVID-19 ongegrond verklaard door College van Beroep voor het bedrijfsleven.

College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart beroepen ongegrond inzake intrekking subsidie COVID-19 voor grote onderneming.

Het beroep is niet-ontvankelijk verklaard omdat de onderneming niet meer bestond op het moment van instellen van het beroep.

Het College wijst het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake subsidieaanvraag COVID-19 af, omdat geen nieuwe feiten zijn aangedragen.

De minister heeft het herzieningsverzoek van de ondernemer terecht afgewezen. Het beroep is ongegrond.

Het College van Beroep verklaart het beroep van [naam 1] B.V. ongegrond, omdat de staatssteungrens is overschreden en er geen ruimte is voor subsidie.

Het College verklaart het beroep ongegrond; de subsidie voor Q4 2021 is op nihil vastgesteld omdat de onderneming niet voldoet aan de voorwaarden voor een startende onderneming.

De zaak betreft de ondertoezichtstelling van een bedrijf vanwege chlooramfenicol in een kalf. Het College oordeelt dat de minister aan zijn bewijsvoering heeft voldaan en dat [naam 1] geen contra-analyse heeft uitgevoerd. Schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn is toegewezen aan [naam 1].