ECLI:NL:CBB:2025:408
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke zaak betreffende dierenwelzijn en bestuursdwang
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 31 juli 2025 uitspraak gedaan op verzoeken om voorlopige voorzieningen van verzoekers, die in bewaring genomen dieren terug wilden krijgen. De verzoekers, [naam 1] en [naam 2], hadden bezwaar gemaakt tegen lasten onder bestuursdwang die door de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur waren opgelegd wegens overtredingen van de Wet Dieren. De lasten betroffen de slechte hygiënische omstandigheden en verzorging van honden en het ontbreken van oormerken en registratie van schapen. De minister had op 30 juni 2025 bestuursdwang toegepast en dieren in bewaring genomen. De verzoekers stelden dat zij last I niet hadden ontvangen en vroegen om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter oordeelde dat de lasten rechtmatig waren opgelegd en dat de verzoekers onvoldoende bewijs hadden geleverd om te twijfelen aan de regelmatige postbezorging. De voorzieningenrechter wees de verzoeken om voorlopige voorzieningen af, omdat er geen spoedeisend belang was aangetoond en de voorwaarden voor teruggave van de dieren niet onredelijk waren. De uitspraak benadrukt het belang van goede huisvesting en verzorging van dieren en de verantwoordelijkheden van houders van dieren.