Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van
Rechter: mr. R.W.L. Koopmans
Partijen
Pukkemuk B.V., te Dongen,
[naam 2] , [naam 3] en [naam 4]
College van Beroep voor het bedrijfsleven
Op 18 juli 2025 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaken 23/46, 23/1112, 23/1113 en 23/1114. De beroepen van de ondernemingen Pukkemuk B.V., Pukkemuk Personeel B.V., Pukkemuk Speeltoestellen B.V. en een andere onderneming zijn niet-ontvankelijk verklaard. De ondernemingen hadden aanvragen ingediend voor subsidies op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) voor verschillende kwartalen van 2020, 2021 en 2022. Het College ontving op 1 december 2022 een beroepschrift van de toenmalige gemachtigde van de ondernemingen, maar gedurende de procedure hebben de ondernemingen niet voldaan aan de eisen van artikel 6:5, eerste lid, aanhef en onder c en d van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
Het College heeft herhaaldelijk om verduidelijking gevraagd over de besluiten waartegen de beroepen gericht zijn en om aanvulling van de gronden van de beroepen. Ondanks deze verzoeken en een regiezitting op 16 december 2024, hebben de ondernemingen geen duidelijkheid verschaft. Het College oordeelt dat de ondernemingen niet hebben voldaan aan de vereisten om hun beroepen ontvankelijk te laten verklaren. De ondernemingen hebben weliswaar een pro forma beroep gedaan, maar het College heeft vastgesteld dat zij niet in staat zijn geweest om de benodigde informatie te verstrekken.
De uitspraak benadrukt het belang van het voldoen aan de procesvereisten in bestuursrechtelijke procedures. Het College heeft de ondernemingen voldoende gelegenheid geboden om hun verzuim te herstellen, maar omdat zij hier niet op hebben gereageerd, zijn de beroepen niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. R.W.L. Koopmans, met B. van den Bergh als griffier.