ECLI:NL:CBB:2025:436
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Handhaving van de verplichting tot bedwelming van vissen bij het doden in het kader van de Wet Dieren
In deze uitspraak van het College van Beroep voor het Bedrijfsleven op 26 augustus 2025, werd het beroep van Stichting Wakker Dier tegen de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur ongegrond verklaard. Wakker Dier had verzocht om handhavend op te treden tegen twee meervalkwekerijen die vissen onverdoofd doden, wat volgens hen in strijd zou zijn met artikel 3, eerste lid, van Verordening (EG) nr. 1099/2009. De minister had het verzoek afgewezen, omdat er geen specifieke normen voor het doden van vissen zijn vastgesteld. Het College oordeelde dat de minister terecht niet handhavend is opgetreden, aangezien de wetgeving geen verplichting tot bedwelming van vissen voor het doden voorschrijft. De uitspraak benadrukt dat er momenteel geen consensus is over de methoden voor het doden van vissen en dat de bestaande regelgeving onvoldoende basis biedt voor handhaving. Daarnaast werd vastgesteld dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden, wat leidde tot een schadevergoeding van € 1.500,- aan Wakker Dier.