Bijlage
Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties
Artikel 38 De opleiding tot dierenarts
1. De diergeneeskundige opleiding omvat in totaal ten minste vijf jaar theoretisch en praktisch onderwijs op voltijdbasis aan een universiteit, aan een instelling voor hoger onderwijs van een als gelijkwaardig erkend niveau of onder toezicht van een universiteit en omvat ten minste het in bijlage V, punt 5.4.1, opgenomen studieprogramma.
3. De opleiding tot dierenarts waarborgt dat de betrokkene de volgende kennis en bekwaamheid heeft verworven:
a. a) voldoende kennis van de wetenschappen waarop de werkzaamheden van de dierenarts berusten;
b) voldoende kennis van de structuur en de functies van gezonde dieren, de fokkerij, de voortplanting en de algemene hygiëne, alsmede van de voeding van dieren, met inbegrip van de technologie van het vervaardigen en conserveren van voeder dat aan hun behoeften voldoet;
c) voldoende kennis op het gebied van het gedrag en de bescherming van dieren;
d) voldoende kennis van de oorzaken, de aard, het verloop, de gevolgen, de diagnose en de behandeling van de ziekten van individuele dieren en groepen dieren, en in het bijzonder kennis van de ziekten die op de mens kunnen worden overgebracht;
e) voldoende kennis van de preventieve geneeskunde;
f) voldoende kennis van de hygiëne en de technologie bij het verkrijgen, vervaardigen en in omloop brengen van dierlijke levensmiddelen of levensmiddelen van dierlijke oorsprong die bestemd zijn voor menselijke consumptie;
g) voldoende kennis van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende deze gebieden;
h) voldoende klinische en praktische ervaring, opgedaan onder deskundig toezicht.
Artikel 4.1 Toelating dierenartsen en andere personen
1. Tot het beroepsmatig verrichten van diergeneeskundige handelingen zijn toegelaten dierenartsen en andere personen die zijn ingeschreven in het register, bedoeld in artikel 4.3, eerste lid.
Artikel 4.3 Register
1. Onze Minister houdt een openbaar register bij van personen die een opleiding op het gebied van de diergeneeskunde als bedoeld in artikel 1.1 met goed gevolg hebben voltooid en andere personen die worden toegelaten tot het beroepsmatig verrichten van diergeneeskundige handelingen.
[…]
Besluit diergeneeskundigen
Artikel 3.11 Toelating diergeneeskundigen derde landen
1. Onze Minister kan tot het beroepsmatig verrichten van diergeneeskundige handelingen, bedoeld in artikel 4.1, eerste lid, van de wet, personen toelaten die buiten de Europees Economische Ruimte of Zwitserland de bevoegdheid tot uitoefening van de diergeneeskunde hebben verkregen.
Artikel 3.13 Aanvraag toelating
Een toelating als bedoeld in de artikelen […] en 3.11, eerste lid, wordt op aanvraag verleend.
Artikel 4.5 Registratie
Onze Minister draagt er zorg voor dat degene die krachtens de artikelen […] of 3.11, eerste lid, is toegelaten tot het beroepsmatig verrichten van diergeneeskundige handelingen wordt ingeschreven in het openbaar register, bedoeld in artikel 4.3, eerste lid, van de wet.
Regeling diergeneeskundigen
Artikel 3.4 Aanvraag erkenning van beroepskwalificaties
1. Een aanvraag tot het verkrijgen van erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties ten behoeve van de toelating tot het beroepsmatig verrichten van diergeneeskundige handelingen […] door migrerende beroepsbeoefenaars wordt ingediend via een daartoe beschikbaar gesteld middel.
2 Een aanvraag als bedoeld in het eerste lid wordt tevens aangemerkt als een aanvraag tot toelating […]
Artikel 4.12 Aanvraag toelating
1. Op een aanvraag tot toelating tot het beroepsmatig verrichten van diergeneeskundige handelingen in de volle omvang door personen die geen beroep op de Richtlijn 2005/36/EG kunnen doen zijn de artikelen 3.8, 3.9 en 3.10 van overeenkomstige toepassing.
2 Het in artikel 3.9, eerste lid, onder c, bedoelde getuigschrift is verstrekt ter afsluiting van een opleiding als dierenarts die naar het oordeel van de minister in ieder geval voldoet aan de in artikel 38 van Richtlijn 2005/36/EG gestelde eisen.
Artikel 4.13 Advisering toelating (tot 1 januari 2022)
Alvorens een besluit op een aanvraag als bedoeld in de artikelen […] of 4.12 wordt genomen, wordt de Faculteit Diergeneeskunde van de Rijksuniversiteit te Utrecht advies gevraagd. […]
Artikel 4.13 Advisering toelating (per 1 januari 2022)
De Minister vraagt voordat hij een besluit neemt op een aanvraag als bedoeld in de artikelen […] of 4.12, aan de commissie advies. […]
Artikel 4.17a Instelling en taak (per 1 januari 2022)
1. Er is een Commissie buitenslands gediplomeerde diergeneeskundigen.
2. De commissie heeft tot taak de Minister van advies te dienen over:
a. de aanvraag tot:
[…]
4°. Toelating als bedoeld in artikel 4.12;
[…]