ECLI:NL:CBB:2025:454
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure inzake kostenverhaal na bestuursdwang bij overtredingen van de Wet dieren
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 9 september 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een appellant en de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur. De minister had eerder dwangsombesluiten en bestuursdwangbesluiten genomen wegens overtredingen van de Wet dieren en het Besluit houders van dieren door de appellant, die verantwoordelijk was voor de verzorging van zijn konijnen. Na hercontroles door een toezichthouder bleek dat de appellant niet voldeed aan de opgelegde maatregelen, wat leidde tot de inbewaringneming van vijftien volwassen konijnen, 25 jonge konijnen en twee nesten. De minister bracht de kosten van deze bestuursdwang, ter hoogte van € 6.552,53, in rekening bij de appellant.
De appellant heeft geen beroep ingesteld tegen de dwangsombesluiten en bestuursdwangbesluiten, maar heeft wel beroep aangetekend tegen het kostenbesluit. Het College overweegt dat een belanghebbende in een procedure tegen een kostenbesluit in beginsel geen gronden kan aanvoeren die betrekking hebben op het bestuursdwangbesluit, tenzij er sprake is van uitzonderlijke omstandigheden. Het College concludeert dat de minister terecht de kosten van de bestuursdwang bij de appellant in rekening heeft gebracht, aangezien de appellant niet heeft aangetoond dat hij niet in staat is deze kosten te betalen. Het beroep van de appellant is ongegrond verklaard, en de minister hoeft geen proceskosten te vergoeden.