In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 30 september 2025 uitspraak gedaan in de zaak tussen [naam 1] V.O.F. en de minister van Economische Zaken, met zaaknummer 24/987. De zaak betreft een bezwaar tegen een vaststellingsbesluit van de minister, waarin het definitieve subsidiebedrag op grond van de Regeling tegemoetkoming energiekosten (TEK) is vastgesteld op € 125,83. De minister heeft bepaald dat er een terugbetaling van € 4.397,81 moet plaatsvinden van een eerder betaald voorschot. Het bezwaar van de onderneming is door de minister kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. De onderneming heeft beroep ingesteld tegen dit besluit.
Tijdens de zitting op 4 september 2025 heeft de onderneming aangevoerd dat zij eerder een bezwaarschrift had ingediend, maar dit kon niet worden onderbouwd. Het College heeft vastgesteld dat het bezwaarschrift pas op 19 augustus 2024 is ontvangen, wat ruim na de termijn van zes weken was. De onderneming heeft ook persoonlijke omstandigheden aangevoerd als reden voor de termijnoverschrijding, maar het College oordeelt dat deze omstandigheden niet zodanig ernstig waren dat ze de termijnoverschrijding verschoonbaar maken.
Het College heeft geconcludeerd dat de termijnoverschrijding aan de onderneming kan worden toegerekend en dat het beroep ongegrond is. De minister hoeft geen proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 30 september 2025.