Uitspraak
COLLEGE VAN BEROEP VOOR HET BEDRIJFSLEVEN
uitspraak van de meervoudige kamer van 14 oktober 2025 in de zaak tussen
Stichting Pesticide Action Network Netherlands, te Utrecht (PAN)
het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb)
Procesverloop
Overwegingen
25 februari 2025, die een vervolg waren op dit arrest van het Hof van Justitie heeft het College overwogen:
core-beoordeling door Oostenrijk heeft het Ctgb relevante nationaal specifieke elementen beoordeeld voor wat betreft de blootstelling naar het milieu, te weten uitspoeling naar grondwater en drinkwaterwinning uit oppervlaktewater. Het Ctgb wijst erop dat de werkzame stof cypermethrin niet uitspoelingsgevoelig is door zeer hoge sorptie. Uit de nationale beoordeling blijkt ook dat het risico voor uitspoeling van zowel cypermethrin als de metabolieten daarvan zeer laag is en ruim onder de grenswaarde blijft. Het Ctgb heeft op basis van deze beoordeling geen aanleiding gezien voorwaarden toe te passen of risicobeperkende maatregelen te nemen.
core-beoordeling blijkt dat de hoogste berekende concentratie ten gevolge van drainage in de Europese modelscenario's zeer laag is, maximaal 0.000048 μg/L, dat lager is dan de waterkwaliteitsnormen. In de core-beoordeling is dus een acceptabel risico vastgesteld in de drainagescenario's. Daarom meent het Ctgb dat er geen sprake is van een onacceptabel risico voor waterorganismen, ook al heeft er geen beoordeling op nationaal niveau plaatsgevonden. Het Ctgb heeft voor de beoordeling van Belem de gegevens van de mobiliteit van de werkzame stof cypermethrin geëxtrapoleerd. Dit is overeenkomstig Uitvoeringsverordening 284/2013 [5] . Het Ctgb ziet niet in waarom dit op basis van de gewasbeschermingsverordening anders zou moeten zijn. Wat betreft de norm van 3 μg/L die is genoemd in de aanvullende Nederlandse beoordeling, is op de hoorzitting in bezwaar toegelicht dat deze norm daarin abusievelijk is genoemd. Er is een andere norm gebruikt in de ecotoxicologische beoordeling. De wederzijdse erkenning van het middel is namelijk gebaseerd op de door de referentielidstaat Oostenrijk in de core-beoordeling gehanteerde norm van 0.033 μg/L.
Beslissing
- verklaart het beroep tegen het bestreden besluit gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- bepaalt dat de rechtsgevolgen van het vernietigde bestreden besluit in stand blijven;
- verklaart het beroep tegen de procedurele verlengingsbesluiten ongegrond;