mw. mr. A. van Gijzen

Het College vernietigt het bestreden besluit van het Ctgb over de toelating van Belem, maar laat de rechtsgevolgen in stand. PAN's bezwaren worden deels gegrond verklaard.

Het College vernietigt het bestreden besluit van het Ctgb over de toelating van glyfosaat-houdende middelen, maar laat de rechtsgevolgen in stand. PAN's bezwaren worden deels gegrond verklaard.

Het College verklaart het beroep van Meten=Weten gedeeltelijk niet-ontvankelijk en voor het overige ongegrond, met betrekking tot de toelating van glyfosaat-houdende gewasbeschermingsmiddelen.

Beroep gegrond; randvoorwaardenkorting GLB-subsidies vastgesteld op 20% in plaats van 30% wegens niet-naleving gewasbeschermingsmiddelen.

Het College vernietigt het besluit van de minister over randvoorwaardenkorting GLB en stelt deze vast op 23% wegens niet-naleving van teeltverplichtingen.

Het College bevestigt de boetes aan een intermediaire onderneming wegens niet voldoen aan de verantwoordingsplicht Meststoffenwet. De vennootschap slaagt niet in haar hoger beroep.

De maatschap heeft beroep ingesteld tegen een randvoorwaardenkorting van 65% op GLB-subsidies. Het College stelde de korting vast op 55% en vernietigde het bestreden besluit.

Het College bevestigt de boete van € 236.365,- aan een intermediaire onderneming wegens niet voldoen aan de verantwoordingsplicht onder de Meststoffenwet. De administratie kwam niet overeen met de werkelijke situatie.

De minister heeft het handhavingsverzoek van de Stichting afgewezen, omdat niet is vastgesteld dat de draagtijd van de paarden voor 90% was gevorderd. Het College verklaart het beroep ongegrond.

Hoger beroep van Oude Lenferink tegen boetes onder de Meststoffenwet. Het College bevestigt eerdere uitspraak en stelt boetes vast op lagere bedragen. Minister veroordeeld tot proceskostenvergoeding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt dat de minister de subsidieverlening aan een energieleverancier terecht heeft gewijzigd om overcompensatie en ongeoorloofde staatssteun te voorkomen. Het beroep van de curator is ongegrond verklaard.

De maatschap [naam 1] Maatschap [naam 2] en [naam 3] heeft beroep ingesteld tegen de afwijzing van hun subsidieaanvraag door de minister. Het College verklaarde het beroep ongegrond, omdat de maatschap niet voldeed aan de voorwaarden voor de subsidie.

De aanvraag voor subsidie door de maatschap werd afgewezen omdat de stallen niet onafgebroken in gebruik waren in de vijf jaar voorafgaand aan de aanvraag. Het beroep is ongegrond verklaard.

Het College bevestigt de boete opgelegd aan de vennootschap wegens overschrijding van de gebruiksnormen voor meststoffen. Beroep op stikstofvervluchtiging en vertrouwensbeginsel slaagt niet.

Het College verklaart het beroep van de Stichting Hart voor Dieren Oostvaardersplassen niet-ontvankelijk, omdat er geen konikpaarden meer aanwezig zijn in de betrokken gebieden.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart het beroep van de vennootschap ongegrond inzake de herberekening van de GLB-betaling en subsidiabiliteit van percelen.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven wijst het beroep van de maatschap ongegrond, omdat de subsidieaanvraag voor koeienstallen niet voldoet aan de vijfjaarseis van de Lbv.

Het College vernietigt de heffingen voor doorlopend toezicht door DNB op betaalinstellingen, omdat kosten van eenmalige handelingen ten onrechte zijn doorberekend. DNB moet binnen dertig weken opnieuw beslissen op de bezwaren.

Het College verklaart het beroep van [naam 1] V.O.F. ongegrond inzake de subsidieaanvraag voor stallen, waarbij de minister de uitloopruimtes terecht niet meerekende. Proceskosten worden vergoed.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven oordeelt over een bestuurlijke boete wegens overtredingen van de Meststoffenwet. De boete wordt verlaagd van € 44.442,- naar € 41.942,- vanwege overschrijding van de redelijke termijn.

Het College bevestigt de bevoegdheid van de staatssecretaris om een last onder dwangsom op te leggen aan Vleeswarenfabriek [naam 1] B.V. wegens overtredingen van voedselveiligheidsvoorschriften. De boetes worden gematigd.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart de beroepen van N.V. HVC ongegrond, de minister heeft terecht EIA-verklaringen geweigerd voor investeringen in warmtenetten die niet aan de 70%-norm voldeden.

Hoger beroep over de veiligheid van een slijpmachine en proceskostenveroordeling. De minister legde een last op aan de importeur om houders te informeren over veiligheidsrisico's. De rechtbank vernietigde de besluiten, maar het College bevestigde de minister's standpunt. Overschrijding van de redelijke termijn leidde tot schadevergoeding.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven verklaart de beroepen van de onderneming ongegrond inzake de bijstelling en terugvordering van SDE-subsidie voor een vergistingsinstallatie van dierlijke mest.

Hoger beroep over de vaststelling van de eindvoorraad vaste rundveemest. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat de vennootschap onvoldoende bewijs heeft geleverd voor een hogere voorraad.

Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat Pan-Invest B.V. de Wtt 2018 heeft overtreden en dat DNB bevoegd was om een aanwijzing op te leggen. Geen extra schadevergoeding voor overschrijding van de redelijke termijn.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven verklaart de beroepen van bedrijven ongegrond inzake de weigering van EIA-verklaringen voor LNG-aandrijflijnen, omdat niet voldaan is aan de eis van directe energiebesparing.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft de weigering van de EIA-verklaring voor HR++ glas in een appartementencomplex bevestigd, omdat het gebouw als woning wordt aangemerkt.

Het College vernietigt de correctie van S&O-verklaringen voor landbouwvoertuigen, oordeelt dat de minister onvoldoende onderbouwd heeft dat testen bij derden niet noodzakelijk was.

Het College oordeelt dat het beroep van PAN tegen het niet tijdig nemen van een besluit gegrond is en legt een dwangsom op aan het Ctgb.

Het College oordeelt dat het beroep van PAN tegen het niet tijdig nemen van een besluit door het Ctgb gegrond is en legt een dwangsom op.

Hoger beroep van [naam 1] B.V. tegen ACM over verbeurde dwangsommen. Het College bevestigt de uitspraak van de rechtbank dat de onderneming niet tijdig voldeed aan de last onder dwangsom.

Het College van Beroep voor het bedrijfsleven heeft de afwijzing van een subsidieaanvraag voor chemisch recyclen van afvalkunststoffen door de minister van Economische Zaken en Klimaat bevestigd. Beroep ongegrond.

Hoger beroep slaagt; rechtbank heeft boetes ten onrechte gematigd. Boetes zijn passend en geboden.

Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven heeft de Staat veroordeeld tot betaling van € 500,- schadevergoeding aan [naam 1] wegens overschrijding van de redelijke termijn in een bestuursrechtelijke procedure.

De aanvraag voor een pgb op grond van de Wlz is afgewezen wegens eerdere fraude door de appellante. De Raad bevestigt de afwijzing en stelt dat de verantwoordelijkheid voor het pgb bij de budgethouder ligt.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat betrokkene niet verzekerd is voor de Wlz, omdat zijn zorgverzekering via een volkenrechtelijke organisatie voldoet aan de minimumeisen.

De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante niet verzekerd is voor de Wlz, omdat haar zorgverzekering via ESA voldoende dekking biedt. De uitsluiting van de Wlz-verzekering is rechtmatig en de hardheidsclausule is niet van toepassing.

Centrale Raad van Beroep bevestigt afwijzing dubbele kinderbijslag aanvraag; zoon heeft geen intensieve zorg nodig.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de weigering van kinderbijslag voor appellant, omdat zijn zoon in Marokko woont en hij niet voldoet aan de onderhoudseis.

De Centrale Raad van Beroep wijst het verzoek om schadevergoeding af, omdat er geen causaal verband is tussen de schade en de handelwijze van het zorgkantoor.

De Centrale Raad van Beroep heeft de terugvordering van teveel betaald AOW-pensioen gematigd tot € 9.646,81 en de boete niet gehandhaafd, na beoordeling van de inlichtingenverplichting van de appellant.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de terugvordering van onverschuldigd betaalde kinderbijslag door de Svb, omdat appellante haar inlichtingenplicht niet nakwam. Er zijn geen dringende redenen om van terugvordering af te zien.

Centrale Raad van Beroep oordeelt dat appellante verzekerd is voor AOW over de periode van 3 juni 2005 tot en met 31 mei 2006. Geen proceskostenvergoeding voor Svb, wel griffierechtvergoeding.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de afkeuring van de zorgovereenkomst, omdat de zorgaanbieder geen zorg verleent in de zin van de Wlz.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering van pgb wegens opzettelijke verstrekking van onjuiste gegevens door appellante.

Hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens overlijden appellant zonder erfgenamen die de procedure willen voortzetten.

Appellant's aanvraag voor AOW-pensioen is afgewezen omdat hij niet kan aantonen dat hij ten minste een jaar in Nederland heeft gewoond of gewerkt. Hoger beroep slaagt niet.

Centrale Raad van Beroep bevestigt intrekking en terugvordering kinderbijslag voor appellant, omdat hij onvoldoende bijdraagt aan het onderhoud van zijn dochter.

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de herziening en terugvordering van het AOW-pensioen van de appellant, die zijn huwelijk niet heeft gemeld. Geen dringende redenen voor matiging van de terugvordering.