ECLI:NL:CBB:2025:553
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing subsidieaanvraag voor warmtepomp door stichting voor terminale zorg
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 14 oktober 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een stichting die zorg biedt aan terminale patiënten en de minister van Klimaat en Groene Groei. De stichting had een subsidieaanvraag ingediend voor de aanschaf van een warmtepomp, maar deze aanvraag werd afgewezen omdat de stichting niet voldeed aan de voorwaarden van de Regeling nationale EZK- en LNV-subsidies. De minister had de aanvraag afgewezen op basis van het vereiste van stimulerend effect, wat inhoudt dat de subsidieaanvraag vóór de investering moet worden gedaan. De stichting had de warmtepomp echter al aangeschaft voordat de subsidieaanvraag was ingediend, waardoor de aanvraag niet in aanmerking kwam voor subsidie. De stichting voerde aan dat zij geen eigenaar-bewoner was en dat het onderscheid tussen eigenaar-bewoners en zakelijke aanvragers onterecht was. Het College oordeelde dat de minister terecht de aanvraag had afgewezen, omdat de stichting niet voldeed aan de wettelijke vereisten. De stichting had ook geen recht op een hoorzitting, aangezien zij had afgezien van deze mogelijkheid. Het College concludeerde dat de afwijzing van de subsidieaanvraag niet in strijd was met het evenredigheidsbeginsel en verklaarde het beroep van de stichting ongegrond.