ECLI:NL:CBB:2025:559
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen ongegrondverklaring van bezwaar inzake subsidie COVID-19
In deze zaak heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven op 21 augustus 2025 uitspraak gedaan op het verzet van een ondernemer tegen een eerdere uitspraak van 4 februari 2025. In die uitspraak werd het beroep van de ondernemer tegen besluiten van de minister van Economische Zaken ongegrond verklaard, omdat de ondernemer te laat bezwaar had gemaakt tegen de besluiten over de subsidie op grond van de Regeling subsidie vaste lasten financiering COVID-19 (TVL) voor het vierde kwartaal van 2020 en 2021. De ondernemer voerde in verzet aan dat de termijnoverschrijding te wijten was aan zijn voormalige boekhouder, die onbereikbaar was en niet meewerkte. De ondernemer had zelf niet geweten dat hij tijdig bezwaar moest maken en had uiteindelijk hulp gekregen van de organisatie Over Rood.
Het College oordeelde echter dat de overschrijding van de termijn aan de ondernemer zelf was toe te rekenen. De minister had de ondernemer op de hoogte gesteld van de besluiten door middel van een notificatiebericht naar een aan de onderneming toebehorend e-mailadres. Het College concludeerde dat de ondernemer had moeten controleren of er besluiten voor hem klaarstonden in de digitale omgeving. Het handelen van de boekhouder viel onder het risico van de ondernemer. Er waren geen bijzondere omstandigheden die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard en bleef de eerdere uitspraak in stand, waarmee de procedure eindigde.