ECLI:NL:CBB:2025:618
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar tegen afwijzing TVL-subsidie voor Q1 2022
Op 25 november 2025 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in de zaak van [naam] B.V. tegen de minister van Economische Zaken. De onderneming had verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van 23 juli 2024, waarin haar beroep tegen een besluit van de minister van 10 augustus 2023 ongegrond was verklaard. Dit besluit verklaarde het bezwaar van de onderneming tegen een eerdere afwijzing van een subsidieaanvraag voor de TVL-subsidie voor het eerste kwartaal van 2022 niet-ontvankelijk, omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend. De onderneming stelde dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat er een lopende bezwaarprocedure was over een andere subsidie voor Q4 2021, waarbij zij in contact stond met een medewerker van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
Het College oordeelde dat de onderneming niet was ontslagen van de verplichting om tijdig bezwaar te maken tegen het afwijzingsbesluit voor Q1 2022, ook al was er eerder bezwaar gemaakt tegen een ander besluit. De onderneming had geen bewijs geleverd dat er toezeggingen waren gedaan die haar zouden vrijstellen van deze verplichting. Het College concludeerde dat het bezwaar terecht niet-ontvankelijk was verklaard en verklaarde het verzet ongegrond. De minister werd niet verplicht om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 25 november 2025.