ECLI:NL:CRVB:1999:ZB8439
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- W. van den Brink
- M.M. van Maurik
- A. Beuker-Tilstra
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Terugkeer in functie en schadevergoeding van een ambtenaar na onterecht besluit van de Minister van Justitie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant A. tegen de Minister van Justitie. Appellant heeft in het verleden een verzoek ingediend om terug te keren naar zijn functie op het Parket van de Procureur-Generaal bij het Hof te 's-Gravenhage. Dit verzoek werd door de Minister van Justitie afgewezen, wat leidde tot een reeks juridische procedures. De Centrale Raad van Beroep heeft de eerdere uitspraak van de Arrondissementsrechtbank te Rotterdam, die de afwijzing van het verzoek had bevestigd, herzien. De Raad oordeelt dat de Minister niet bevoegd was om op het verzoek van appellant te beslissen en dat het verzoek doorgezonden had moeten worden naar de Directeur Gerechtelijke Ondersteuning (DGO). De Raad vernietigt de besluiten van de Minister en verklaart het bezwaar van appellant tegen het besluit van 2 mei 1995 alsnog gegrond. Tevens wordt het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat de Raad geen bewijs heeft gezien van immateriële schade die voortvloeit uit de onrechtmatige besluiten van de Minister. De Raad bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank voor een ander onderdeel van de zaak en veroordeelt de Minister tot vergoeding van de proceskosten van appellant.