ECLI:NL:CRVB:2000:AJ9617
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- I. de Hartog
- Rechtspraak.nl
Weigering bijzondere bijstand voor kosten verhuizing van Canada naar Nederland
In deze zaak gaat het om de weigering van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Zoetermeer om bijzondere bijstand te verlenen voor de kosten van de verscheping van de inboedel van appellanten vanuit Canada naar Nederland. Appellanten, afkomstig uit Pakistan, hebben tussen 1972 en 1983 in Nederland gewoond en zijn in 1983 naar Canada geëmigreerd. Na een periode van werkloosheid is appellant in 1995 teruggekeerd naar Nederland, gevolgd door zijn vrouw en vier kinderen in 1996. Het gezin vestigde zich in Zoetermeer, waar zij een uitkering op basis van de Algemene bijstandswet (Abw) ontvingen, evenals bijzondere bijstand voor de kosten van het opknappen van hun woning.
De rechtbank had eerder het beroep van appellanten tegen de afwijzing van hun aanvraag voor bijzondere bijstand ongegrond verklaard, met als argument dat niet was aangetoond dat de kosten van verscheping noodzakelijk waren. De Centrale Raad van Beroep bevestigde deze uitspraak, waarbij werd verwezen naar het territorialiteitsbeginsel dat stelt dat bijstandsverlening niet mogelijk is voor kosten die buiten Nederland zijn gemaakt. De Raad oordeelde dat de kosten van de inboedel, die in Canada waren gemaakt, niet in aanmerking kwamen voor bijstandsverlening, ongeacht de huidige woonplaats van appellanten in Nederland.
De Raad benadrukte dat de wetgever met de invoering van de Abw geen inhoudelijke wijziging ten opzichte van de eerdere ABW beoogde, waardoor de bestaande rechtspraak over het territorialiteitsbeginsel van kracht bleef. De Raad concludeerde dat de omstandigheden van de appellanten, waaronder hun huidige woonplaats en de lening van een vriend, niet relevant waren voor de beoordeling van de aanvraag. De Raad wees erop dat de kosten voortvloeiden uit hun langdurig verblijf in Canada en dat de oorsprong van de kosten niet veranderde door hun verhuizing naar Nederland. De overige gronden die in hoger beroep werden aangevoerd, behoefden geen verdere bespreking.