ECLI:NL:CRVB:2003:AF8636
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.L.M.J. Stevens
- G.J.H. Doornewaard
- C.P.J. Goorden
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag erkenning als burger-oorlogsslachtoffer op basis van medische beoordeling
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een aanvraag door eiseres, geboren in 1936 in het voormalige Nederlands-Indië, om erkend te worden als burger-oorlogsslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945. Eiseres had in mei 2000 een aanvraag ingediend, waarbij zij lichamelijke en psychische klachten aanvoerde die zij toeschreef aan haar oorlogservaringen. De verweerster, de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, heeft de aanvraag afgewezen op 27 februari 2001, met de motivering dat eiseres niet voldeed aan de wettelijke eis van lichamelijk en/of psychisch letsel ten gevolge van oorlogscalamiteiten, leidend tot blijvende invaliditeit. Dit besluit werd gehandhaafd in het bestreden besluit.
Tijdens de zitting op 6 december 2002 was eiseres niet aanwezig, terwijl de verweerster vertegenwoordigd was door J.A. Groeneveld. Eiseres betwistte in beroep de juistheid van de afwijzing, verwijzend naar haar arbeidsongeschiktverklaring in 1986 en het feit dat haar zusters, die vergelijkbare ervaringen hadden, wel een uitkering ontvingen. De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de medische beoordeling van de verweerster, gebaseerd op adviezen van geneeskundig adviseurs, deugdelijk was. De Raad concludeerde dat de klachten van eiseres niet konden worden toegeschreven aan haar oorlogservaringen, maar aan andere medische oorzaken, zoals artrose en een aangeboren zwakte van het middenrif.
De Raad verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een collegiaal orgaan, met G.L.M.J. Stevens als voorzitter, en werd openbaar uitgesproken op 16 januari 2003.