ECLI:NL:CRVB:2004:AO9297
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.M. van Male
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- R.H.M. Roelofs
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van het recht op bijstand wegens onvolledige informatieverstrekking door appellanten
In deze zaak gaat het om de beëindiging van het recht op bijstand van appellanten, [appellant 1] en [appellant 2], die samen een gezamenlijke huishouding voerden. De Centrale Raad van Beroep heeft op 4 mei 2004 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Almelo. De zaak betreft de vraag of het recht op bijstand van appellanten terecht is beëindigd op de grond dat zij het inlichtingenformulier niet volledig hebben ingevuld. De Raad oordeelt dat appellanten, door het niet verstrekken van relevante gegevens, in strijd hebben gehandeld met hun informatieverplichting op grond van artikel 65, eerste lid, van de Abw. Hierdoor kon het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Almelo niet vaststellen of appellanten in aanmerking kwamen voor bijstand volgens de geldende wetgeving. De Raad bevestigt dat het recht op bijstand van appellanten terecht is ingetrokken met ingang van 9 december 1998, omdat zij niet voldaan hebben aan de verplichtingen die voortvloeien uit hun gezamenlijke huishouding. De Raad wijst erop dat het besluit van 9 februari 2001, waarin het bezwaar tegen de intrekking van de bijstandsuitkering ongegrond werd verklaard, in rechte standhoudt. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er wordt geen proceskostenveroordeling opgelegd.