ECLI:NL:CRVB:2004:AP1920
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G.L.M.J. Stevens
- C.P.J. Goorden
- F.J.L. Pennings
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van termijnoverschrijding in bezwaar tegen pensioenbesluit
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage van 15 juli 2003, waarin het beroep van appellant tegen een besluit van de Staatssecretaris van Defensie werd behandeld. Het besluit, gedateerd 27 september 2002, verklaarde het bezwaarschrift van appellant niet-ontvankelijk, omdat hij de wettelijke bezwaartermijn van zes weken had overschreden. De rechtbank oordeelde dat de termijnoverschrijding terecht was vastgesteld en verklaarde het beroep ongegrond, behalve voor het deel dat het besluit werd vernietigd en een verbeterde motivering werd gegeven.
Appellant stelde in hoger beroep dat de berekening van zijn ouderdomspensioen niet correct was uitgevoerd, met name door een verhoging van de AOW-inbouw en het niet hanteren van het vastgestelde eindloon. De Centrale Raad van Beroep, die de zaak behandelde, moest beoordelen of de rechtbank op goede gronden had geoordeeld dat de termijnoverschrijding in bezwaar had plaatsgevonden. De Raad bevestigde het oordeel van de rechtbank en oordeelde dat de inhoudelijke gronden van appellant niet aan de orde konden komen, omdat de termijnoverschrijding fatale gevolgen had.
De Raad concludeerde dat er geen termen aanwezig waren om een vergoeding van proceskosten toe te kennen, en bevestigde de aangevallen uitspraak. De uitspraak werd gedaan door een collegiaal orgaan, met G.L.M.J. Stevens als voorzitter en de leden C.P.J. Goorden en F.J.L. Pennings. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 10 juni 2004.