ECLI:NL:CRVB:2004:AQ8783
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- J.P. Schieveen
- G.L.M.J. Stevens
- C.P.J. Goorden
- Rechtspraak.nl
Afwijzing erkenning als burger-oorlogsslachtoffer op basis van niet voldaan zijn aan de voorwaarden van de Wet
In deze zaak heeft eiser, wonende te [woonplaats], beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, waarin zijn aanvraag om erkenning als burger-oorlogsslachtoffer werd afgewezen. De aanvraag was gebaseerd op gezondheidsklachten die eiser toeschrijft aan zijn ervaringen in het voormalige Nederlands-Indië tijdens de Japanse bezetting. De verweerster had eerder, op 17 september 2002, de aanvraag afgewezen op grond dat niet was voldaan aan de voorwaarden voor erkenning zoals vermeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (hierna: de Wet). Eiser had hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaarschrift te laat was ingediend.
Eiser heeft vervolgens op 30 september 2003 een nieuw besluit ontvangen, waarin verweerster het eerdere besluit handhaafde. Eiser was het hier niet mee eens en heeft beroep ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Tijdens de zitting op 8 juli 2004 is eiser in persoon verschenen, bijgestaan door zijn broer. Verweerster werd vertegenwoordigd door mr. C. Vooijs.
De Centrale Raad van Beroep heeft in haar uitspraak van 19 augustus 2004 geoordeeld dat het bestreden besluit van 30 september 2003, evenals het besluit van 6 mei 2003, niet in stand konden blijven. De Raad oordeelde dat verweerster het bezwaar van eiser ten onrechte had aangemerkt als een verzoek om herziening, aangezien dit in strijd was met de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft verweerster veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 29,36 en heeft bepaald dat het betaalde griffierecht van € 27,- door de Pensioen- en Uitkeringsraad aan eiser moet worden vergoed.