ECLI:NL:CRVB:2004:AR4100
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- C.G. Treffers
- C.P.J. Goorden
- Rechtspraak.nl
Afwijzing erkenning als burger-oorlogsslachtoffer op grond van onvoldoende bewijs van oorlogsgeweld tijdens de Duitse bezetting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 oktober 2004 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiser, die verzocht om erkenning als burger-oorlogsslachtoffer, en de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, die dit verzoek had afgewezen. Eiser had in augustus 2001 een aanvraag ingediend voor erkenning als burger-oorlogsslachtoffer en een periodieke uitkering op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945. De verwerende instantie had de aanvraag afgewezen, omdat niet was aangetoond dat eiser tijdens de Duitse bezetting door oorlogsgeweld was getroffen.
Eiser heeft tegen deze afwijzing beroep ingesteld en zijn gemachtigde, mr. J.J. Baltus, heeft de zaak ter zitting op 26 augustus 2004 toegelicht. De Raad heeft de argumenten van eiser en de aanvullende verklaringen die hij had overgelegd, waaronder een verklaring van een psycholoog, in overweging genomen. De Raad oordeelde dat de verwerende instantie het verzoek om herziening van de eerdere afwijzing terecht had beoordeeld en dat de overgelegde gegevens geen nieuwe relevante feiten opleverden die de eerdere beslissing konden ondermijnen.
De Raad concludeerde dat de verwerende instantie niet in redelijkheid tot een ander besluit had kunnen komen en dat het bestreden besluit in rechte stand kon houden. Eiser's beroep werd ongegrond verklaard, en er werden geen termen gezien voor een vergoeding van proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs bij aanvragen voor erkenning als burger-oorlogsslachtoffer en de discretionaire bevoegdheid van de verwerende instantie in dergelijke zaken.