ECLI:NL:CRVB:2004:AR4788
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- G.L.M.J. Stevens
- J.G. Treffers
- C.P.J. Goorden
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag periodieke uitkering vervolgde op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 oktober 2004 uitspraak gedaan over de afwijzing van de aanvraag van eiseres om een periodieke uitkering als vervolgde op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (WUV). Eiseres, geboren in 1935 in het voormalige Nederlands-Indië, had in juni 2002 een aanvraag ingediend, waarbij zij melding maakte van lichamelijke en psychische klachten die zij toeschreef aan de vervolging tijdens de Japanse bezetting. De verweerster, de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, had de aanvraag afgewezen op basis van medisch advies dat de klachten van eiseres niet in verband stonden met de ondergane vervolging.
Eiseres voerde in beroep aan dat zij niet op de hoogte was van de invoering van de WUV in 1973 en dat zij, indien zij dat wel had geweten, een aanvraag zou hebben ingediend. De Raad oordeelde echter dat eiseres verantwoordelijk was voor het indienen van haar aanvraag en dat de verweerster zich terecht had gebaseerd op de aanvraag van juni 2002. De Raad vond de beschikbare medische gegevens voldoende om de zaak te beslissen en zag geen aanleiding voor een aanvullend medisch onderzoek.
De Raad concludeerde dat het bestreden besluit zorgvuldig was voorbereid en voldoende gemotiveerd. De psychiater Mansheim had in zijn rapport aangegeven dat de psychische klachten van eiseres aan andere oorzaken dan de vervolging moesten worden toegeschreven. De Raad oordeelde dat de informatie van de huisarts Duijzer geen nieuwe inzichten bood en dat de lichamelijke klachten van eiseres, waaronder darmklachten, niet in verband stonden met de vervolging. De Raad verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en bevestigde de afwijzing van de aanvraag.