ECLI:NL:CRVB:2004:AR5291
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.C.F. Talman
- G.P.A.M. Garvelink-Jonkers
- K. Zeilemaker
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid werkgever voor dienstongeval van beroepsmilitair met rugklachten
In deze zaak gaat het om de aansprakelijkheid van de Staatssecretaris van Defensie voor een dienstongeval dat appellant, een beroepsmilitair, heeft opgelopen tijdens het uitvoeren van werkzaamheden. Appellant heeft rugklachten opgelopen terwijl hij in opdracht een tegelvloer aan het leggen was. Dit ongeval heeft geleid tot twee herniaoperaties en uiteindelijk tot zijn ontslag wegens arbeidsongeschiktheid. Appellant heeft de Staatssecretaris verzocht om de aansprakelijkheid voor het ongeval te aanvaarden en de daaruit voortvloeiende schade te vergoeden. Dit verzoek werd afgewezen, waarna appellant in hoger beroep ging tegen de uitspraak van de rechtbank 's-Gravenhage, die het beroep ongegrond had verklaard.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 16 september 2004, waarbij appellant werd bijgestaan door zijn advocaat. De Raad heeft vastgesteld dat appellant, ondanks zijn eerdere rugklachten, geen beperkingen had opgelegd gekregen en zijn leidinggevenden niet had geïnformeerd over zijn klachten. De Raad oordeelt dat de werkgever aan zijn zorgplicht heeft voldaan, aangezien appellant in staat werd geacht de werkzaamheden uit te voeren en er geen andere rugsparende hulpmiddelen nodig waren dan die al ter beschikking waren gesteld. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en verklaart het hoger beroep ongegrond.
De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van zowel de werknemer als de werkgever in het kader van arbeidsomstandigheden en de zorgplicht die werkgevers hebben ten opzichte van hun werknemers. De Raad concludeert dat de werkgever niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de schade die appellant heeft geleden als gevolg van het ongeval, omdat er geen sprake was van een schending van de zorgplicht.