ECLI:NL:CRVB:2004:AR5367
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- C.P.J. Goorden
- Rechtspraak.nl
Afwijzing erkenning als burger-oorlogsslachtoffer en beoordeling van oorlogsgeweld
In deze zaak heeft eiser, geboren in 1937 te Wenen, een aanvraag ingediend voor erkenning als burger-oorlogsslachtoffer op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945. Eiser heeft aangevoerd dat hij in 1939 naar Nederland is gebracht om vervolging in Oostenrijk te ontlopen en dat hij tijdens de Duitse bezetting ondergedoken is geweest. De Pensioen- en Uitkeringsraad heeft deze aanvraag afgewezen, met de motivering dat niet is gebleken dat eiser persoonlijk is getroffen door oorlogsgeweld of dat hij ondergedoken is geweest om aan een tegen hem gerichte handeling of maatregel te ontkomen.
Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat er in de jaren 1942 en 1943 een reëel risico van deportatie voor eiser bestond. De Raad concludeert dat eiser in die periode ondergedoken moet zijn geweest om aan deportatie te ontkomen, wat betekent dat hij bloot heeft gestaan aan oorlogsgeweld in de zin van de Wet. De Raad oordeelt dat het bestreden besluit in strijd is met de wet en kan derhalve niet in stand blijven.
De Centrale Raad van Beroep heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en bepaald dat de Pensioen- en Uitkeringsraad een nieuw besluit moet nemen met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens is bepaald dat de Pensioen- en Uitkeringsraad het griffierecht aan eiser vergoedt.