ECLI:NL:CRVB:2004:AR8766
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- M.M. van der Kade
- T.L. de Vries
- N.J. Haverkamp
- Rechtspraak.nl
Korting op ouderdomspensioen AOW wegens onvoldoende verzekerde jaren
In deze zaak gaat het om de vraag of de Centrale Raad van Beroep terecht een korting heeft toegepast op het aan appellant toegekende ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW). Appellant, die in Marokko woont, had eerder bezwaar gemaakt tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank, waarin hem werd medegedeeld dat hij geen recht had op AOW omdat hij niet voldoende verzekerd was. Na een eerdere uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarbij het besluit werd vernietigd, werd appellant alsnog een AOW-pensioen toegekend, maar dit was slechts 12% van het volledige pensioen voor een ongehuwde, en later herzien naar 12% voor een gehuwde na zijn huwelijk in 1999.
De rechtbank had het beroep van appellant tegen het besluit van 12 april 2002 ongegrond verklaard. Appellant ging in hoger beroep, waarbij hij aanvoerde dat hij lange tijd in Nederland had gewerkt en dus recht had op een hoger pensioen. De Centrale Raad van Beroep heeft echter vastgesteld dat appellant slechts gedurende twee tijdvakken verzekerd was geweest, en dat er geen bewijs was voor andere verzekerde tijdvakken. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd en geoordeeld dat de korting op het pensioen terecht was toegepast.
De uitspraak benadrukt dat het recht op AOW afhankelijk is van de verzekerde jaren en dat de bewijslast bij de appellant ligt om aan te tonen dat hij gedurende langere tijd verzekerd is geweest. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht voor een vergoeding van proceskosten en heeft de mogelijkheid tot cassatie uiteengezet, waarbij partijen binnen zes weken na de uitspraak beroep in cassatie kunnen instellen.