ECLI:NL:CRVB:2005:AS4062
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.C.F. Talman
- G.L.M.J. Stevens
- K. Zeilemaker
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van teveel betaalde uitkeringen op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 januari 2005 uitspraak gedaan over de terugvordering van teveel betaalde periodieke uitkeringen aan eiseres, die in Zwitserland woont. Eiseres, geboren in 1910, is een vervolgde en uitkeringsgerechtigde op basis van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945. De verweerster, de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, had besluiten genomen om de uitkering van eiseres te herzien en terug te vorderen, omdat zij verzuimd had om neveninkomsten op te geven. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen deze besluiten, maar de Raad verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk en oordeelde dat de terugvordering rechtmatig was.
De Raad overwoog dat eiseres in de jaren 1997 tot en met 2000 niet had voldaan aan de verplichting om wijzigingen in haar financiële situatie door te geven. Dit leidde tot een herziening van haar uitkering met terugwerkende kracht. De Raad stelde vast dat de verweerster gerechtigd was om de uitkering te herzien op basis van de gebleken onjuistheid van de aan de oorspronkelijke beschikking ten grondslag liggende gegevens. Eiseres had een aanzienlijk bedrag aan neveninkomsten ontvangen, wat zij niet had opgegeven, en dit werd door de Raad aangemerkt als grove nalatigheid.
De Raad oordeelde verder dat de verweerster niet verplicht was om de terugvordering kwijt te schelden, aangezien dit een beleidsmatige beslissing was die binnen de ruime beleidsvrijheid van de verweerster viel. De omstandigheden die eiseres aanvoerde, zoals haar hoge leeftijd, gezondheid en de kosten van levensonderhoud, konden de nalatigheid niet rechtvaardigen. De Raad concludeerde dat de bestreden besluiten in rechte standhielden en verklaarde de beroepen ongegrond.