ECLI:NL:CRVB:2005:AT0661
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Beuker-Tilstra
- J.Th. Wolleswinkel
- K. Zeilemaker
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake gemeentelijke aanvulling op FPU-uitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van het College van burgemeester en wethouders van de gemeente ‘s-Hertogenbosch tegen een uitspraak van de rechtbank ‘s-Hertogenbosch. De rechtbank had geoordeeld dat de gedaagde, die werkzaam was als senior medewerker bij de gemeente, recht had op een gemeentelijke aanvulling op zijn FPU-uitkering. De gedaagde had in april 2002 verzocht om deze aanvulling, maar het college had dit verzoek afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de non-activiteitsregeling die met gedaagde was overeengekomen, geen bepalingen bevatte over de hoogte van de FPU-uitkering na ontslag, en dat de geldende CAR-regeling op gedaagde van toepassing was. Het college was het niet eens met deze uitspraak en ging in hoger beroep.
Tijdens de zitting van de Centrale Raad van Beroep op 17 februari 2005, werd de zaak behandeld. De Raad bevestigde het oordeel van de rechtbank en oordeelde dat de gedaagde tot zijn ontslag in dienst was gebleven van de gemeente. De Raad merkte op dat de non-activiteitsregeling geen garanties bood over de hoogte van de FPU-uitkering na ontslag, wat betekende dat de geldende FPU-regeling van toepassing was. Het hoger beroep van het college werd verworpen, en de Raad veroordeelde het college in de proceskosten van de gedaagde.
De uitspraak werd gedaan op 10 maart 2005, waarbij de Raad de eerdere uitspraak bevestigde en het college verplichtte om de proceskosten van de gedaagde te vergoeden. Tevens werd er een griffierecht opgelegd aan de gemeente ‘s-Hertogenbosch.