ECLI:NL:CRVB:2005:AT1937
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- B.J. van der Net
- N.J. van Vulpen-Grootjans
- M.C.M. van Laar
- Rechtspraak.nl
Ongerechtvaardigd onderscheid tussen eigenrisicodragende en niet-eigenrisicodragende werkgevers in WAO-premie
In deze zaak, die voor de Centrale Raad van Beroep werd behandeld, ging het om de hoogte van de gedifferentieerde WAO-premie die aan appellante was opgelegd. Appellante, vertegenwoordigd door G.H.M. van Asseldonk, had hoger beroep ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank 's-Hertogenbosch. De zaak draaide om de vraag of er sprake was van een ongerechtvaardigd onderscheid tussen eigenrisicodragende werkgevers en niet-eigenrisicodragende werkgevers. De Raad oordeelde dat de gedifferentieerde premie voor 2001 op 4,77% was vastgesteld, mede gebaseerd op een WAO-uitkering die aan een (ex-)werknemer van appellante was toegekend. De rechtbank had eerder geoordeeld dat appellante de gelegenheid had om bezwaar te maken tegen het herzieningsbesluit van de WAO-uitkering, en dat gedaagde, het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv), appellante terecht artikel 87e van de WAO had tegengeworpen. De Raad oordeelde dat het onderscheid tussen de twee soorten werkgevers niet in strijd was met het gelijkheidsbeginsel, en verwees naar eerdere uitspraken ter ondersteuning van dit standpunt. Het verzoek van appellante om schadevergoeding werd afgewezen, omdat dit verzoek betrekking had op schade die voortvloeide uit een onrechtmatig toegekende WAO-uitkering, waarover de Raad niet kon oordelen. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen.