ECLI:NL:CRVB:2005:AU0491
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- J.G. Treffers
- M.C. Bruning
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak gaat het om de herziening van de WAO-uitkering van appellante, die na een verkeersongeval in 1997 arbeidsongeschikt raakte. Appellante ontving aanvankelijk een uitkering op basis van 80 tot 100% arbeidsongeschiktheid, maar deze werd herzien naar 45 tot 55% na een beoordeling door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht, die haar beroep tegen het bestreden besluit ongegrond verklaarde. De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 15 juni 2005, waarbij appellante werd bijgestaan door haar jurist, mr. E.J. Dennekamp. Gedaagde, het Uwv, was niet aanwezig op de zitting.
De Raad heeft vastgesteld dat de gedaagde voldoende heeft gemotiveerd dat de geselecteerde functies voor appellante geschikt zijn, ondanks de door haar aangevoerde beperkingen. De Raad heeft de rapportages van de bezwaarverzekeringsarts B.C. Bockwinkel en andere medische deskundigen in overweging genomen, maar concludeert dat er geen aanleiding is om de bevindingen van de verzekeringsartsen te betwisten. De Raad oordeelt dat het bestreden besluit niet voor vernietiging in aanmerking komt en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beslissing geen termen gezien om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend. De uitspraak is gedaan door een collegiaal orgaan, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en is openbaar uitgesproken op 27 juli 2005.