ECLI:NL:CRVB:2005:AU5538
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.G. Kasdorp
- G.L.M.J. Stevens
- H.R. Geerling-Brouwer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing erkenning als vervolgingsslachtoffers op basis van nationaliteitsvereisten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 oktober 2005 uitspraak gedaan in het geding tussen eiser, een inwoner van Indonesië, en de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerster, waarin zijn aanvraag voor een periodieke uitkering op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 werd afgewezen. Verweerster handhaafde haar besluit, omdat eiser volgens haar geen vervolging had ondergaan en niet voldeed aan de nationaliteitsvereisten zoals vastgelegd in de wet.
Eiser stelde dat hij op 16 maart 1940 te Makassar was geboren als zoon van een Nederlandse vader en een Indonesische moeder. Echter, verweerster concludeerde na uitgebreid onderzoek, onder andere via de Nederlandse ambassade in Jakarta, dat er onvoldoende bewijs was voor de Nederlandse nationaliteit van eiser ten tijde van de oorlogsjaren 1940-1945. De Raad oordeelde dat de bewijsvoering die verweerster eiste terecht was, gezien het ontbreken van officiële documenten zoals een geboorteakte.
De Raad verklaarde het beroep van eiser ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak benadrukt het belang van officiële bewijsstukken bij de vaststelling van nationaliteit en de hoge eisen die aan de bewijsvoering worden gesteld in dergelijke zaken.