ECLI:NL:CRVB:2005:AU5651
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijzondere bijstand ter zake van woonkosten
In deze zaak heeft appellant, geboren in 1956, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 24 maart 2004, waarin zijn aanvraag om bijzondere bijstand ter zake van woonkosten werd afgewezen. Appellant verhuisde op 1 augustus 2002 naar een woning in Wooncentrum [naam wooncentrum], bestemd voor personen van 50 jaar en ouder. De gemeente Ouder-Amstel heeft zijn aanvraag om huur-subsidie afgewezen op basis van het fiatteringsbeleid, omdat appellant niet voldeed aan de toewijzingsnormen voor deze woning. Op 17 januari 2003 diende appellant een aanvraag in voor bijzondere bijstand, welke door gedaagde op 18 maart 2003 werd afgewezen. Het bezwaar tegen deze afwijzing werd op 25 juni 2003 ongegrond verklaard.
De rechtbank oordeelde dat een financiële bijdrage in de kosten van de woning als een niet noodzakelijke bijdrage werd beschouwd, waardoor op grond van artikel 17, tweede lid, van de Abw geen bijstand kon worden verstrekt. Appellant heeft dit oordeel in hoger beroep bestreden. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat appellant een niet passende woning heeft betrokken en dat gedaagde geen passendheidsadvies heeft verstrekt. De Raad concludeert dat de kosten van de huur in het kader van de Huursubsidiewet als niet noodzakelijk worden beschouwd.
Artikel 17, derde lid, van de Abw biedt de mogelijkheid om in uitzonderlijke gevallen bijstand te verlenen, maar de Raad ziet geen dringende redenen in dit geval. Appellant heeft zelf verantwoordelijkheid voor zijn situatie en er zijn geen aanwijzingen voor een noodsituatie. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.