ECLI:NL:CRVB:2005:AU7854
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.A.A.G. Vermeulen
- A. Beuker-Tilstra
- R. Kooper
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het functioneren van een ambtenaar en de gevolgen van beëindiging van het dienstverband
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin zijn beroep tegen een besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat de tijdelijke aanstelling van appellant per 1 juli 2001 was geëindigd en dat er geen rechtspositionele consequenties meer verbonden waren aan de beoordeling van zijn functioneren. Appellant had bezwaar gemaakt tegen een beoordeling van zijn functioneren over een eerder tijdvak, maar de rechtbank oordeelde dat het procesbelang ontbrak omdat de aanstelling niet was verlengd.
De Centrale Raad van Beroep heeft in hoger beroep overwogen dat de formele beoordeling van het functioneren van de ambtenaar een zelfstandig rechtsgevolg heeft, dat niet verloren gaat met de beëindiging van het dienstverband. De Raad benadrukt dat aan ambtenaren een afdwingbare aanspraak op de totstandkoming van een beoordeling toekomt. Hierdoor blijft het processueel belang van appellant bestaan, ondanks de beëindiging van zijn dienstverband.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar de rechtbank Amsterdam voor inhoudelijke behandeling. Tevens is bepaald dat de Staat der Nederlanden het griffierecht van appellant vergoedt. De uitspraak is gedaan op 3 november 2005, na behandeling van de zaak op 6 oktober 2005, waarbij de Minister van Buitenlandse Zaken werd vertegenwoordigd door een gemachtigde, terwijl appellant niet ter zitting aanwezig was.