ECLI:NL:CRVB:2006:AV0208
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.C. van Sloten
- J.M.A. van der Kolk-Severijns
- J.N.A. Bootsma
- Rechtspraak.nl
Intrekking van bijstandsuitkering wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak gaat het om de intrekking van de bijstandsuitkering van appellante, die woonachtig was in Eindhoven. Appellante ontving een uitkering op basis van de Algemene bijstandswet (Abw) voor alleenstaande ouders. Naar aanleiding van een heronderzoek, waarbij een extreem hoog energieverbruik werd vastgesteld, heeft de gemeente Eindhoven een onderzoek ingesteld naar haar woon- en leefsituatie. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellante onjuiste informatie had verstrekt over haar verblijfplaats. De gemeente beëindigde haar bijstandsuitkering per 1 januari 2003 en trok deze in voor de periode van 1 januari tot 25 maart 2003, omdat niet kon worden vastgesteld of zij voldeed aan de voorwaarden voor bijstandsverlening.
Appellante ging in beroep tegen deze beslissing, maar de rechtbank verklaarde haar beroep ongegrond. In hoger beroep stelde appellante dat zij tijdelijk bij familie verbleef vanwege opknapwerkzaamheden aan haar woning en dat zij haar hoofdverblijf nog steeds op het opgegeven adres had. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat het hoger beroep niet kon slagen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat appellante haar inlichtingenverplichting had geschonden door onjuiste en ontoereikende informatie te verstrekken over haar woon- en leefsituatie. De Raad zag geen aanleiding om de proceskosten te veroordelen.
De uitspraak werd gedaan door een collegiaal orgaan, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en werd openbaar uitgesproken op 3 januari 2006. De Raad concludeerde dat de gemeente terecht de bijstandsuitkering had beëindigd en dat er geen dringende redenen waren om van intrekking af te zien, mede omdat appellante haar psychische problemen niet had onderbouwd met bewijsstukken.