ECLI:NL:CRVB:2006:AV0742
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- J. Janssen
- G.J.H. Doornewaard
- J. Brand
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van herzieningsverzoek in WAO-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 januari 2006 uitspraak gedaan in het verzet van een opposant tegen een eerdere beslissing. De opposant had verzocht om herziening van een uitspraak van 10 juni 2005, waarin zijn verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van 29 juni 2004 niet-ontvankelijk was verklaard. Dit gebeurde omdat het griffierecht niet tijdig was betaald. Tijdens de zitting op 9 december 2005 zijn beide partijen niet verschenen, wat de behandeling van het verzet bemoeilijkte.
De Raad heeft in het verzetschrift van de opposant geen verontschuldigingen voor de te late betaling kunnen vinden. De opposant gaf aan bereid te zijn het griffierecht opnieuw te betalen, maar de Raad oordeelde dat deze bereidheid geen invloed had op de eerdere uitspraak. De Raad concludeerde dat het verzet ongegrond was, omdat er geen nieuwe argumenten waren die de eerdere beslissing konden ondermijnen. De Raad heeft daarbij artikel 8:55 van de Algemene wet bestuursrecht toegepast en geen termen gezien om artikel 8:75 van de Awb toe te passen.
De uitspraak werd gedaan door mr. J. Janssen als voorzitter, met mr. G.J.H. Doornewaard en mr. J. Brand als leden, en mr. J.E. Meijer als griffier. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 20 januari 2006.