ECLI:NL:CRVB:2006:AV1331
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Th.G.M. Simons
- Rechtspraak.nl
Hoge eigen bijdrage ingevolge de AWBZ opgelegd aan appellante
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door haar echtgenoot en zoon, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Almelo. De rechtbank had op 25 maart 2004 het beroep van appellante tegen een besluit van de onderlinge waarborgmaatschappij Zilveren Kruis Ziekenfonds U.A. ongegrond verklaard. Dit besluit betrof de hoge eigen bijdrage die appellante moest betalen op basis van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak behandeld op 29 november 2005.
De Centrale Raad oordeelt dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat appellante en haar echtgenoot als ongehuwd moeten worden aangemerkt voor de toepassing van de AWBZ. Dit oordeel is gebaseerd op de aanvraag van appellante en haar echtgenoot voor een pensioen voor ongehuwden ingevolge de Algemene Ouderdomswet, waarmee zij feitelijk hebben aangegeven als ongehuwd te willen worden beschouwd. Appellante heeft in hoger beroep betoogd dat deze kwalificatie onterecht is, maar de Raad heeft dit betoog verworpen.
De Raad heeft verwezen naar een eerdere uitspraak van 7 juli 2004, waarin een vergelijkbare situatie werd behandeld. De Centrale Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De beslissing is op 17 januari 2006 openbaar uitgesproken door mr. drs. Th.G.M. Simons, met L. Jörg als griffier.