ECLI:NL:CRVB:2006:AV4232
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- J. Janssen
- G.J.H. Doornewaard
- I.M.J. Hilhorst-Hagen
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 februari 2006 uitspraak gedaan in een verzetprocedure. De opposant, wonende in Duitsland, had eerder hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, maar dit hoger beroep was niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet tijdig was betaald. De uitspraak van de rechtbank dateert van 20 december 2004 en betreft de AOW, met zaaknummer AWB 03/1607 AOW. De Raad had in zijn eerdere uitspraak van 30 juni 2005 geoordeeld dat de betaling van het griffierecht binnen de gestelde termijn had moeten plaatsvinden.
Tegen deze niet-ontvankelijk verklaring heeft de opposant verzet aangetekend, dat op 13 januari 2006 ter zitting is behandeld. De opposant heeft in persoon verklaard dat hij door zijn financiële situatie niet in staat was het griffierecht te betalen en dat hij veel tijd en geld heeft verloren in zijn pogingen om zijn recht te halen. De Raad heeft echter overwogen dat, ondanks de financiële situatie van de opposant, er een zeer ruime termijn was gegeven voor de betaling van het griffierecht.
De Raad heeft geconcludeerd dat het verzet ongegrond is, omdat de opposant niet tijdig aan zijn verplichtingen heeft voldaan. De Raad heeft geen termen aanwezig geacht om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, dat betrekking heeft op de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. J. Janssen als voorzitter, bijgestaan door mr. G.J.H. Doornewaard en mr. I.M.J. Hilhorst-Hagen als leden, en mr. A.C.W. Ris-van Huussen als griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 24 februari 2006.