[appellant] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 24 maart 2006, 05/3648 (hierna: aangevallen uitspraak),
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven (hierna: College)
Datum uitspraak: 9 januari 2007
Namens appellant heeft mr. M.J.M. Strijbosch, advocaat te Eindhoven, hoger beroep ingesteld.
Het College heeft een verweerschrift ingediend.
De zaak is ter behandeling aan de orde gesteld op 12 december 2006, waar partijen - met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
Appellant ontving sedert 21 april 2000 een bijstandsuitkering, laatstelijk ingevolge de Wet werk en bijstand (WWB).
In het kader van een rechtmatigheidsonderzoek is appellant uitgenodigd voor een gesprek op 29 juni 2005, waarbij hij gegevens diende over te leggen, waaronder afschriften van bank-en girorekeningen. Appellant heeft zonder bericht van verhindering geen gehoor gegeven aan deze oproep.
Bij besluit van 30 juni 2005 heeft het College met toepassing van artikel 54, eerste lid, van de WWB het recht op bijstand van appellant met ingang van 29 juni 2005 opgeschort en hem uitgenodigd voor een gesprek op 7 juli 2005, waarbij hij de ontbrekende gegevens alsnog kon verstrekken. Hierbij is aangegeven dat, indien appellant zijn verzuim niet herstelt, de bijstand met ingang van 29 juni 2005 zal worden ingetrokken.
Vervolgens heeft het College bij besluit van 8 juli 2005 met toepassing van artikel 54, vierde lid, van de WWB de bijstand van appellant met ingang van 29 juni 2005 ingetrokken op de grond dat appellant ook aan de oproep voor een gesprek op 7 juli 2005 zonder bericht van verhindering geen gehoor heeft gegeven en in gebreke is gebleven de gevraagde gegevens aan te leveren.
Bij besluit van 11 oktober 2005 heeft het College het bezwaar tegen het besluit van 8 juli 2005 ongegrond verklaard.
Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit van 11 oktober 2005 ongegrond verklaard.
Appellant heeft zich in hoger beroep gemotiveerd tegen deze uitspraak gekeerd.
De Raad komt tot de volgende beoordeling.
Ingevolge artikel 54, tweede lid, van de WWB doet het College mededeling van de opschorting aan belanghebbende en nodigt hem uit binnen een door hen te stellen termijn het verzuim te herstellen. Artikel 54, vierde lid, van de WWB bepaalt dat als de belang-hebbende in het geval bedoeld in het eerste lid het verzuim niet herstelt binnen de daarvoor gestelde termijn, het College na het verstrijken van deze termijn het besluit tot toekenning van bijstand kan intrekken met ingang van de eerste dag waarover het recht op bijstand is opgeschort.
Het College heeft appellant op 30 juni 2005 in de gelegenheid gesteld om het verzuim te herstellen door gehoor te geven aan de oproep voor een gesprek op 7 juli 2005, waarbij appellant de gevraagde gegevens alsnog kon inleveren.
Vaststaat dat appellant - ook - aan deze oproep geen gehoor heeft gegeven. Deze gedraging acht de Raad verwijtbaar. Evenals de rechtbank ziet de Raad in de stelling van appellant dat hij analfabeet is en derhalve afhankelijk is van een dochter, die ten tijde van belang met vakantie was, geen reden voor een ander oordeel. Appellant had bij de afwezigheid van zijn dochter een ander kunnen inschakelen om zijn belangen te behartigen.
Hiermee is gegeven dat aan de voorwaarden voor toepassing van artikel 54, vierde lid, van de WWB is voldaan. Het College was derhalve bevoegd de aan appellant verleende bijstand met ingang van 29 juni 2005 in te trekken. De Raad ziet geen grond voor het oordeel dat het College bij afweging van de daarbij rechtstreeks betrokken belangen hiertoe in redelijkheid niet heeft kunnen besluiten.
Uit het voorgaande vloeit voort dat het hoger beroep niet slaagt. De aangevallen uitspraak komt derhalve voor bevestiging in aanmerking.
De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
De Centrale Raad van Beroep;
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door G.A.J. van den Hurk. De beslissing is, in tegenwoordigheid van P.E. Broekman als griffier, uitgesproken in het openbaar op 9 januari 2007.
(get.) G.A.J. van den Hurk..