ECLI:NL:CRVB:2007:AZ7812
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- C. van Viegen
- R.H.M. Roelofs
- L.H. Waller
- Rechtspraak.nl
Verlaging van bijstandsuitkering wegens onvoldoende sollicitatie-activiteiten
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellanten, die in Heerlen wonen, tegen een uitspraak van de rechtbank Maastricht van 19 december 2005. De Centrale Raad van Beroep heeft op 16 januari 2007 uitspraak gedaan in het hoger beroep, dat betrekking heeft op de verlaging van de bijstandsuitkering van appellanten. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Heerlen had bij besluit van 15 februari 2005 de bijstandsuitkering met 20% verlaagd voor de periode van 1 december 2004 tot en met 31 december 2004, omdat appellant onvoldoende sollicitatie-activiteiten had ontplooid. De rechtbank verklaarde het beroep van appellanten tegen dit besluit ongegrond.
De Raad heeft vastgesteld dat appellant vanaf 1 oktober 2004 de arbeidsverplichtingen opgelegd kreeg en dat hij tijdens een herbeoordelingsgesprek in augustus 2004 was gewezen op de verplichting om minimaal twee keer per week te solliciteren. Uit de gedingstukken bleek dat appellant in de periode van 1 oktober 2004 tot en met 21 november 2004 slechts driemaal verifieerbaar had gesolliciteerd. De Raad oordeelde dat het College op basis van de Wet werk en bijstand (WWB) verplicht was om de bijstand te verlagen, omdat appellant niet voldeed aan zijn sollicitatieverplichtingen.
De Raad verwierp de argumenten van appellant over zijn medische beperkingen, omdat deze niet met objectieve medische gegevens waren onderbouwd. De Raad concludeerde dat de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd moest worden, en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, met C. van Viegen als voorzitter en R.H.M. Roelofs en L.H. Waller als leden, in aanwezigheid van griffier A.C. Palmboom.