ECLI:NL:CRVB:2007:BB4539
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- D.J. van der Vos
- S. Sweep
- J.W. Schuttel
- R.C. Stam
- J.P.M. Zeijen
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft appellant verzet aangetekend tegen de uitspraak van de Raad van 10 april 2007, waarin zijn hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. Het onderzoek ter zitting vond plaats op 17 augustus 2007, waarbij appellant in persoon verscheen, terwijl het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) zich niet liet vertegenwoordigen. De Raad oordeelde dat het hoger beroepschrift, gedateerd 22 oktober 2006, pas op 28 november 2006 door de Raad was ontvangen. Appellant kon niet aannemelijk maken dat het beroepschrift binnen de wettelijke termijn van zes weken, die eindigde op 24 november 2006, ter post was aangeboden.
De Raad overwoog dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. Appellant had aangevoerd dat zijn reuma en depressiviteit hem belemmerden in het opstellen en verzenden van het beroepschrift. Hij stelde dat hij het beroepschrift op 22 november 2006 ter post had bezorgd, maar de Raad volgde deze stelling niet. De datumstempel van het postkantoor toonde aan dat het beroepschrift pas op 27 november 2007 ter post was bezorgd, na afloop van de termijn. De redenen die appellant aanvoerde voor de termijnoverschrijding werden door de Raad niet als voldoende beschouwd om de overschrijding te rechtvaardigen.
De Raad concludeerde dat appellant niet had aangetoond dat hij gedurende de relevante periode niet in staat was om zijn belangen te behartigen. Bovendien had hij de mogelijkheid om een voorlopig beroepschrift in te dienen, wat hij niet had gedaan. De uitspraak werd gedaan door de Centrale Raad van Beroep, waarbij het verzet ongegrond werd verklaard en er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.