ECLI:NL:CRVB:2007:BB4588
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- A. Beuker-Tilstra
- P.W.J. Hospel
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 augustus 2007 uitspraak gedaan op een verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekster, die een periodieke uitkering op grond van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers had aangevraagd. De aanvraag was eerder afgewezen door de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad, omdat verzoekster niet had aangetoond dat zij door de Japanse bezettende macht van haar vrijheid was beroofd. Verzoekster, geboren in 1941, heeft in haar verzoek om voorlopige voorziening aangevoerd dat zij zich in een slechte financiële positie bevindt en dat haar gezondheid slecht is. Ze wenst voor haar overlijden een uitkering te ontvangen, gezien haar leeftijd en de gemiddelde levensverwachting van vrouwen in Indonesië.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat, hoewel verzoekster haar situatie heeft uiteengezet, er geen sprake is van een voldoende zwaarwegend spoedeisend belang dat het treffen van een voorlopige voorziening rechtvaardigt. De rechter heeft daarbij in aanmerking genomen dat het beroep in de hoofdzaak naar verwachting in het eerste kwartaal van 2008 zal worden behandeld. Gezien deze omstandigheden heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening kennelijk ongegrond verklaard en afgewezen.
De uitspraak is gedaan door A. Beuker-Tilstra, in tegenwoordigheid van griffier P.W.J. Hospel, en is openbaar uitgesproken op de datum van de uitspraak.