ECLI:NL:CRVB:2007:BB9905
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- C.G. Kasdorp
- Rechtspraak.nl
Korting op periodieke uitkering wegens pensioenverdeling na echtscheiding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 29 november 2007 uitspraak gedaan in het geschil tussen een appellant en de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad. De appellant, geboren in 1932, was erkend als vervolgde onder de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 en ontving een periodieke uitkering. Na de ontbinding van zijn huwelijk op 9 maart 2006, waarbij een echtscheidingsconvenant was opgesteld, diende de appellant de helft van zijn pensioen aan zijn ex-echtgenote te betalen. De verweerster, de Pensioen- en Uitkeringsraad, verlaagde de periodieke uitkering van de appellant met de helft van het pensioen dat hij ontving van de Stichting Pensioenfonds voor Huisartsen (SPH).
De appellant was het niet eens met de beslissing van de verweerster en stelde dat de korting op zijn uitkering onterecht was, omdat zijn ex-echtgenote vanaf de datum van echtscheiding recht had op de helft van het pensioen. De Raad diende te beoordelen of het besluit van de verweerster in stand kon blijven. De Raad oordeelde dat de verweerster terecht het volledige pensioen in mindering had gebracht op de uitkering van de appellant, omdat de ex-echtgenote in de betreffende periode geen zelfstandige aanspraak had op het pensioen. De Raad verwees naar eerdere rechtspraak die bevestigde dat bij het ontbreken van een zelfstandige aanspraak van de ex-echtgenote, het pensioen volledig op de uitkering van de appellant in mindering kon worden gebracht.
De Raad concludeerde dat de ex-echtgenote pas recht had op de helft van het pensioen na de verevening van pensioenrechten bij scheiding, die op 1 juli 2006 inging. De omstandigheid dat de appellant eerder al een betaling aan zijn ex-echtgenote had gedaan, veranderde niets aan de rechtsgrond voor de korting. Uiteindelijk werd het beroep van de appellant ongegrond verklaard, en er werden geen proceskosten vergoed.