ECLI:NL:CRVB:2008:BC9480

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
11 april 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07-1428 WAO
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek om herziening van uitspraak inzake WAO zonder nieuwe feiten of omstandigheden

In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. W.C. de Jonge, een verzoek ingediend tot herziening van een eerdere uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 13 februari 2007, met nummer 04/4656 WAO. Het verzoek is gedaan op grond van evidente onjuistheid, foutieve uitleg van de jurisprudentie en nieuwe feiten en omstandigheden. De Centrale Raad heeft op 29 februari 2008 de zaak behandeld, waarbij verzoeker in persoon aanwezig was en het Uwv vertegenwoordigd werd door drs. J. Hut.

De Raad overweegt dat voor een herziening op basis van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) nieuwe feiten of omstandigheden noodzakelijk zijn. Verzoeker heeft in zijn aanvullende verzoekschrift van 14 mei 2007 en het stuk van Instituut Psychosofia van 19 april 2007 geen nieuwe feiten of omstandigheden kunnen aanvoeren die de herziening zouden rechtvaardigen. De Raad concludeert dat de door verzoeker gewenste hernieuwde discussie over de zaak niet kan plaatsvinden zonder deze nieuwe elementen.

Daarom heeft de Centrale Raad van Beroep het verzoek om herziening afgewezen. Er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door J. Janssen, in tegenwoordigheid van M. Lochs als griffier, en is openbaar uitgesproken op 11 april 2008.

Uitspraak

07/1428 WAO
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het verzoek om herziening van de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 13 februari 2007, 04/4656 WAO, in het geding tussen:
[Verzoeker] (hierna: verzoeker)
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv)
Datum uitspraak: 11 april 2008
I. PROCESVERLOOP
Mr. W.C. de Jonge, advocaat te Vlaardingen, heeft namens verzoeker verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 13 februari 2007, 04/4656 WAO.
Het Uwv heeft geen verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 29 februari 2008. Verzoeker is in persoon verschenen, bijgestaan door mr. De Jonge. Het Uwv was vertegenwoordigd door drs. J. Hut.
II. OVERWEGINGEN
Verzoeker heeft verzocht om "herziening op grond van evidente onjuistheid, foutieve uitleg van de eigen jurisprudentie en op grond van nieuwe feiten en omstandigheden". Verzoeker is van mening dat zijn aanspraken bij de bestreden uitspraak niet naar behoren zijn erkend. De gronden van het verzoek zijn uiteengezet in het aanvullende verzoekschrift van 14 mei 2007 en het daarbij overgelegde stuk van Instituut Psychosofia van 19 april 2007.
De Raad overweegt dat de door de gemachtigde van verzoeker gewenste hernieuwde discussie over de betrokken zaak en de juistheid van de bestreden uitspraak niet kan worden gevoerd, tenzij sprake is van nieuwe feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De Raad heeft echter noch in het aanvullende verzoekschrift noch in het stuk van Instituut Psychosofia enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb kunnen ontwaren. Daarom dient het verzoek om herziening te worden afgewezen.
Er zijn geen termen aanwezig voor een proceskostenveroordeling.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door J. Janssen. De beslissing is, in tegenwoordigheid van M. Lochs als griffier, uitgesproken in het openbaar op 11 april 2008.
(get.) J. Janssen.
(get.) M. Lochs.
RJB